Geef een zoekterm in en druk op “enter”.

Aftrekbeperking inzake BTW en inkomstenbelastingen m.b.t. doorgefactureerde autokosten

  • Fiscaal recht

1. Huidige regeling tot en met inkomsten 2017, aanslagjaar 2018.

De vraag werd gesteld in welke mate een beperking van de aftrek moet toegepast worden op doorgefactureerde autokosten.

Zowel inzake btw als inkomstenbelastingen (personenbelasting en vennootschapsbelasting) zijn er wettelijke beperkingen aan de aftrek van autokosten.  Geldt dit ook voor doorgefactureerde kosten en zo ja, in hoofde van wie ?

Het gebeurt regelmatig dat personen, bijv. medewerkers van een advocatenkantoor of medewerkers in een accountantskantoor of in een bedrijf, aan hun “werkgever” kosten van verplaatsingen doorrekenen. Men doet verplaatsingen in het kader van het werk met eigen auto en men rekent hiervoor een kost aan de “werkgever” (opdrachtgever ??). De werkgever maakt niet zelf de autokosten, maar betaalt aan de medewerkers of werknemers een vergoeding uit voor hun verplaatsingen in het kader van hun werk met hun eigen auto.

Wie moet nu de aftrekbeperking toepassen ? Is dit de medewerker of werknemer zelf of moet de “werkgever” de aftrekbeperking toepassen op de doorgefactureerde autokosten door de werknemers/medewerkers ?

De situatie is duidelijk in een advocatenkantoor. De verschillende medewerkers hebben een auto. Zij verplaatsen zich hiermee in het kader van hun opdracht van het advocatenkantoor. Zij hebben kosten m.b.t. hun auto’s en voor hun beroepsmatige verplaatsingen rekenen zij aan het advocatenkantoor een vergoeding aan per kilometer voor de verplaatsingen voor rekening van het advocatenkantoor.

De vraag is of het advocatenkantoor op die doorfacturatie van autokosten de wettelijke aftrekbeperkingen moet toepassen of niet. Of moet alleen de medewerker de aftrekbeperking toepassen in zijn eigen btw- en belastingaangifte w.b. zijn persoonlijke autokosten.

Algemeen is sedert een aantal jaren aanvaard dat de aftrekbeperking alleen moet toegepast worden door degene die de autokosten zelf maakt en niet door degene aan wie de kosten doorgefactureerd worden. De aftrekbeperking slaat alleen op de auto’s die eigendom zijn van, of die in huur, in leasing of in bruiklening worden genomen door degene die de kosten maakt.

De aftrekbeperking is dus niet van toepassing op doorgefactureerde autokosten. In het voorbeeld hierboven zal het advocatenkantoor geen beperking moeten toepassen w.b. de aftrek, zowel inzake btw als inzake belastingen op de doorfacturatie van de autokosten door medewerkers.

Het mag in hoofde van de “werkgever” (bijv. het advocatenkantoor) geen rol spelen hoe hij die doorgefactureerde autokosten in zijn eigen boekhouding verwerkt. Hij kan dit boeken onder erelonen of hij kan de doorgefactureerde kosten op een afzonderlijke rubriek in zijn boekhouding opnemen. Hoe men dit opneemt in de eigen boekhouding, is niet relevant. Het al dan niet toepassen van aftrekbeperkingen kan niet afhankelijk zijn van de wijze van verwerking in de boekhouding. Geen enkele wet legt op dat de wijze van verwerking in de boekhouding ter zake relevant zou zijn.

Het is natuurlijk zo dat wanneer men die doorgefactureerde autokosten onder een afzonderlijke rubriek opneemt, een belastingcontroleur hier de aandacht zal voor hebben en deze afzonderlijke rubriek zal willen onderzoeken. De belastingcontroleur zal zich dan moeten vergewissen of het gaat om doorgefactureerde autokosten dan wel om eigen autokosten.

Het is in dat kader derhalve wel aangewezen om misschien de doorgefactureerde autokosten en de eventueel bestaande eigen autokosten in afzonderlijke rubrieken in de boekhouding te verwerken zodat het onderscheid tussen beide kosten duidelijk is. Op de doorgefactureerde autokosten moet geen beperking worden toegepast, op de eventueel bestaande eigen autokosten zullen de fiscale beperkingen inzake btw en belastingen natuurlijk wel moeten toegepast worden.

Door de doorgefactureerde autokosten samen met de gefactureerde erelonen in één rubriek in de boekhouding op te nemen, zal de aandacht van de controleur natuurlijk vermeden worden. Maar in principe kan het geen rol spelen hoe men de autokosten boekt.

Het bovenstaande is van toepassing tot en met inkomstenjaar 2017, aanslagjaar 2018.

Vanaf inkomstenjaar 2018, aanslagjaar 2019 is er inzake inkomstenbelasting een andere regeling van toepassing.

 

2. Nieuwe regeling inkomsten 2018, aanslagjaar 2019.

Vanaf 2018 is de aftrekbeperking niet meer van toepassing op autokosten die aan derden doorgerekend mits deze kosten uitdrukkelijk en afzonderlijk op de factuur zijn vermeld. Op de factuur zou ook het brandstoftype en de CO² uitstoot van de auto in kwestie moeten vermeld worden.

De beperking van de aftrek moet worden toegepast in hoofde van degene aan wie de autokosten worden doorgefactureerd. 30 % van de doorgefactureerde kosten wordt geacht betrekking te hebben op brandstofkosten. Dit deel is voor 75 % aftrekbaar. Voor de overige 70 % geldt een aftrekbeperking i.f.v. de CO² uitstoot.

Zijn de autokosten niet afzonderlijk op de factuur vermeld, dan geldt er geen aftrekbeperking in hoofde van de “werkgever”, t.t.z. degene die de factuur met de doorgefactureerde autokosten ontvangt. Dan blijft de aftrekbeperking gelden in hoofde van degene die de autokosten doorfactureerd (in casu bijv. de medewerkers van een advocatenkantoor).

Het is een nogal ingewikkelde regeling omdat de aftrekbeperking bij degene die de doorgefactureerde kosten ontvangt, moet beperkt worden volgens de CO² uitstoot van de auto’s. Dat is dan in een bedrijf een hele berekening wanneer er verschillende medewerkers verschillende auto’s met een verschillende CO² uitstoot hebben.

Het is dus een keuze : gaat men de medewerkers belasten met de aftrekbeperking of gaat het bedrijf (het advocatenkantoor) de aftrekbeperking ten laste nemen.

Deze regeling is van toepassing vanaf 01/01/2018 en vanaf aanslagjaar 2019. Voor een vennootschap die haar boekhouding die afsluit midden 2018 en aldus nog behoort tot AJ 2018, geldt de regeling op dit moment nog niet. De regeling wordt maar van toepassing vanaf AJ 2019 en ten vroegste 01/01/2018.

Wat betreft doorgerekende autokosten moet men er rekening mee houden dat nu de aftrekbeperking terzake vervallen is vanaf AJ 2019, desalniettemin de aftrekbeperking wegens privégebruik van een auto, wel van toepassing blijft.

Er is dus geen dubbele aftrekbeperking meer, zowel w.b. privégebruik als w.b. het beroepsmatige gebruik. Er is alleen nog een aftrekbeperking voor het privégebruik.

Er is vanaf 2018 niets gewijzigd inzake aftrekbeperkingen op autokosten inzake btw.

 

Henri Vandebergh

25/09/2018