Op 1 juli 2017 trad een nieuwe regeling in werking inzake het bevel tot betalen van verkeersboetes. Een programmawet van 25 december 2016 wijzigt daartoe de huidige regeling voorzien in art. 65/1 Wegverkeerswet (art. 45-50 Programmawet).
In de praktijk zal deze begin maart of april 2018, uitvoering is nog niet met zekerheid bepaald, worden ingevoerd. (in Limburg)
Het bevel tot betalen maakt deel uit van een vereenvoudigde procedure om bepaalde inbreuken op de Wegverkeerswet administratief af te handelen.
Hoe werkt dit:
Wanneer iemand een administratieve geldboete krijgt opgelegd, wordt die in eerste instantie onmiddellijk geïnd.
Wordt de geldsom, na een eerste herinnering, niet betaald, dan stelt de procureur een minnelijke schikking voor en volgt desgevallend een tweede herinnering.
Wordt de boete dan nog niet betaald, dan stuurt men een bevel tot betalen, van hetzelfde bedrag, per gerechtsbrief of via aangetekende zending naar de overtreder.
Het bedrag hier is al verhoogd met 35 % ten opzichte van het bedrag van de onmiddellijke inning (en desgevallend met een bijdrage aan het Slachtofferfonds).
Wanneer de betrokkene bezwaar wil aantekenen tegen het bevel tot betaling, moet hij/zij dat binnen de 30 dagen na ontvangst doen.
Doet deze dit niet dan wordt het bevel tot betalen van rechtswege uitvoerbaar.
In dit geval bezorgt de Procureur des Konings een afschrift van het bevel tot betalen aan de federale overheidsdienst Financiën.
Deze laatste zal dan de boete met alle rechtsmiddelen kunnen invorderen en in sommige gevallen deze bedragen inhouden via de belastingen.
Dit geschiedt dan via de Ontvanger der penale Boeten en zal worden verrekend met de eventuele tegoeden waar deze volgens zijn/haar belastingen recht op heeft.
Wanneer de geldsom, na een bevel tot betalen, niet binnen drie jaar kan worden geïnd door de FOD Financiën, dan beveelt de procureur des Konings onverwijld de ‘schorsing’ van het recht tot sturen. Die schorsing kan ofwel acht dagen duren, ofwel vijftien dagen, ofwel één maand, naargelang de ernst van de inbreuk. De Koning bepaalt de uitvoeringsformaliteiten.
Hoe bezwaar aantekenen?
Dit bezwaar wordt met redenen omkleed en houdt keuze van woonplaats in België in, indien de verzoeker er zijn woonplaats niet heeft.
Het wordt door de overtreder of diens advocaat ingediend bij een verzoekschrift dat wordt neergelegd op het parketsecretariaat of dat bij aangetekende brief aan het parket wordt verzonden.
In dit laatste geval geldt de datum van verzending van de aangetekende brief als datum waarop het bezwaar werd ingediend.
Het verzoekschrift moet op straffe van nietigheid hetzij de referte van het bevel tot betalen vermelden, hetzij als bijlage het origineel of een afschrift van het bevel tot betalen bevatten.
Wat is het gevolg?
Het tijdig instellen van het bezwaar brengt de schorsing met zich mee van de uitvoering van het bevel tot betalen.
Aanvaarding of weigering van het bezwaar !
De procureur des Konings kan het bezwaar aanvaarden of weigeren.
Indien de procureur des Konings het bezwaar niet aanvaardt, wordt de overtreder alsnog gedagvaard en doet de rechtbank uitspraak. Bij aanvaarding wordt de overtreder op de hoogte gebracht.
Voor welke gevallen?
Het bevel tot betalen is enkel van toepassing op de in artikel 65 van de wet van 16 maart 1968 aangewezen overtredingen indien deze geen schade aan derden heeft veroorzaakt en indien de boete een bepaalde som niet overschrijdt. (330 EUR)
Deze zijn opgesomd in de bijlage het Kb van 19 april 2014 mbt de Inning en consignatie van een som bij de vaststelling van overtredingen inzake het wegverkeer
Ook het KB van 22 december 2003 beperkt het toepassingsgebied van het bevel tot betalen in zijn artikel 4.
Art. 4. De onmiddellijke inning is uitgesloten :
-indien de overtreder minder dan 18 jaar oud is;
-indien één der overtredingen die bij dezelfde gelegenheid worden vastgesteld geen aanleiding kan geven tot deze procedure;
(indien de overtreder een woonplaats of vaste verblijfplaats in België heeft :
-wanneer de totale som van de inning meer bedraagt dan 330 euro. De overtreding bedoeld in artikel 3, 4°, van dit besluit wordt niet in aanmerking genomen voor de berekening van voornoemde maximumsom.
-Of, wanneer een snelheidsbeperking met meer dan 40 kilometer per uur wordt overtreden.
-Of, wanneer een snelheidsbeperking met meer dan 30 kilometer per uur wordt overtreden binnen de bebouwde kom, in een zone 30, schoolomgeving, woonerf en erf.
-Of, wanneer een overtreding van de derde graad tegelijkertijd wordt vastgesteld met een andere overtreding.
-Of, wanneer een overtreding van de vierde graad wordt vastgesteld.)
Nooit kennis gehad van een bevel tot betaling
Indien de betrokkene na de termijn van 30 dagen voor het bezwaarschrift kan bewijzen dat deze geen kennis heeft genomen van het bevel tot betalen binnen deze termijn, kan men nog steeds bezwaar aantekenen.
Men heeft hiervoor 15 dagen de tijd volgend op de eerste daad van gedwongen tenuitvoerlegging van de geldsom door de bevoegde administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën.
Met vriendelijke groet
Kurt Smets
advocaat voor het kantoor GEVACO