Het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (afgekort W.V.V.) is voor alle vennootschappen in werking getreden op 1 januari 2020.
De bestaande vennootschappen hebben tot uiterlijk 1 januari 2024 om hun statuten aan te passen aan de nieuwe bepalingen en indien nodig, te kiezen voor een nieuwe vennootschapsvorm.
Dat verhindert niet dat een aantal bepalingen van het nieuwe W.V.V nu al van toepassing zijn. Zo zijn zogenaamde aanvullende bepalingen van toepassing als de statuten van de vennootschap er niet mee in strijd zijn.
Daarnaast zijn een aantal bepalingen uit het nieuwe W.V.V. “dwingend”, wat inhoudt dat deze nu reeds van toepassing zijn, of de statuten van de vennootschap nu al aangepast zijn aan de nieuwe vennootschapswetgeving of niet. Bepalingen in statuten van vennootschappen die in strijd zijn met dergelijke dwingende bepalingen, worden voor niet geschreven gehouden., wat erop neerkomt dat deze niet meer van toepassing zijn.
Er is geen gepubliceerde lijst van deze dwingende bepalingen. Ter illustratie kan meegegeven worden dat volgende bepalingen alvast dat dwingend karakter hebben :
Bepalingen inzake de afkorting en de benaming van vennootschapsvormen. Vanaf 1 januari 2020 moet men bv. verplicht de benaming besloten vennootschap en de afkorting “BV” gebruiken.
Het kapitaal en de wettelijke reserve van een BV worden van rechtswege omgezet in een onbeschikbare eigen vermogensrekening.
De nieuwe bepalingen inzake de vereffening van vennootschappen zijn onmiddellijk van toepassing.
Bepalingen inzake de winstuitkering: in de BV wordt het begrip kapitaal afgeschaft. Anderzijds zijn er nu striktere regels voor elke handeling of transactie die een vermindering van het vermogen van de BV tot gevolg heeft (zoals bv. een uitkering van dividenden, of de betaling van een uittredende aandeelhouder (wat nu mogelijk is binnen een BV).Er mogen geen uitkeringen gebeuren waardoor het netto-actief van de vennootschap zou dalen beneden het onbeschikbaar eigen vermogen. Het bestuursorgaan moet een liquiditeitstest en een solvabiliteitstest uitvoeren vooraleer men kan overgaan tot een uitkering. Het bestuursorgaan riskeert zijn aansprakelijkheid indien dat niet gebeurt.
Bestuurders van een vennootschap (BV of NV) kunnen niet verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst.
Aandeelhouders die ten minste 1/10 van het kapitaal bezitten, hebben het recht om het bestuur te vragen om een algemene vergadering bijeen te roepen (vroeger 1/5).
In geval van overdracht van niet-volgestorte aandelen in een BV, CV of NV zijn zowel de overdrager als de overnemer hoofdelijk gehouden tot volstorting ten aanzien van de vennootschap en ten aanzien van derden (bv. een curator).
Het begrip dagelijks bestuur is uitgebreid (volgens het Hof van Cassatie viel er niet veel onder het dagelijks bestuur, en was de bevoegdheid van een dagelijks bestuurder dus zeer beperkt)
Door de statuten van de vennootschap nog niet aan te passen, kan men dus niet verhinderen dat een aantal belangrijke wijzigingen sowieso al van toepassing zijn.