Geef een zoekterm in en druk op “enter”.

De factuur heropgevist

  • Fiscaal recht

Met ingang van 1 januari 2016 werd de factuur hersteld als oorzaak van opeisbaarheid van de Btw. Het tijdstip van opeisbaarheid van de Btw bepaalt o.a. wanneer een Btw-plichtige de Btw over de uitgaande handelingen in de aangifte moet verwerken en wanneer de Btw aan de schatkist doorgestort dient te worden.

In de oude regeling werd de Btw opeisbaar op het ogenblik van de levering van een goed of het verrichten van een dienst, of subsidiair bij de vooruitbetaling van (een deel van) de prijs. De uitreiking van een voorschotfactuur was sinds 1 januari 2013 geen (subsidiaire) oorzaak van opeisbaarheid meer.

De wetgever heeft opnieuw gesleuteld aan de regels inzake opeisbaarheid van de Btw voor lokale handelingen. Wat betreft de intracommunautaire transacties blijven de regels ongewijzigd. Noteer dat de nieuwe regeling in principe enkel in de verhouding tussen ondernemingen zal spelen.  Voor leveringen en dienstverrichtingen aan particulieren blijft de datum van incassering de Btw opeisbaar stellen. Slechts in enkele bijzondere gevallen waar een verplichting bestaat een factuur uit te reiken aan een particulier zal ook met de nieuwe regeling rekening dienen te worden gehouden.

In de nieuwe regeling blijft de datum van de levering of dienstverrichting de hoofdoorzaak van opeisbaarheid van de Btw. De factuur werd evenwel heropgevist als subsidiaire oorzaak. In de praktijk zal de uitreiking van een (voorschot)factuur zelfs de belangrijkste oorzaak van opeisbaarheid zijn. De Btw wordt in deze nieuwe regeling opeisbaar op datum van de uitreiking van factuur, en dit ongeacht of de levering of verrichting van een dienst reeds heeft plaatsgevonden. Met andere woorden indien een ondernemer prestaties verricht gedurende de maand april 2016 en op datum van 5 mei 2016 een factuur uitschrijft, dient een maandindiener de Btw in zijn aangifte van 20 juni 2016 (mei 2016) op te nemen. Deze nieuwe regeling sluit beter aan bij de boekhoudkundige realiteit hetgeen een vereenvoudiging zal betekenen voor de Btw-plichtige en zijn boekhouder.

De Btw wordt in ieder geval opeisbaar op de 15de van de maand volgend op de maand waarin het belastbaar feit heeft plaatsgevonden indien er dan nog geen factuur was uitgereikt.

Ontvangst van betaling blijft een subsidiaire oorzaak van opeisbaarheid.

Noteer ten slotte nog dat voor leveringen en diensten aan de overheid er een afwijkende regeling werd uitgewerkt. De Btw zal hier pas opeisbaar worden op datum dat de betaling daadwerkelijk wordt ontvangen.