Het Grondwettelijk Hof heeft in haar arrest van 10/10/2019 de afschaffing van het substitutierecht voor inwoners van gemeenten ongrondwettig verklaard. Door die afschaffing werd het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu op onaanvaardbare wijze beknot.
Hierdoor zullen burgers nu opnieuw de milieustakingsvordering met succes kunnen instellen.
1. Wat is dat ‘substitutierecht’ voor inwoners van gemeenten ?
* Elke gemeente heeft eigenlijk als taak om onwettige handelingen te doen ophouden of te voorkomen, en desnoods zelf daartoe in rechte op te treden. In de praktijk zijn er echter dikwijls vele (politieke, beleidsmatige…) redenen of omstandigheden om dat niet te doen.
Op grond van artikel 194 van het Gemeentedecreet konden burgers en ook rechtspersonen voor de rechtbank van eerste aanleg optreden “namens de gemeente” wanneer het college van burgemeester en schepenen of de burgemeester ten onrechte in gebreke bleef om de collectieve belangen van haar inwoners te verdedigen. Dit kwam vaak voor bij problemen inzake milieu en ruimtelijke ordening.
* Indien zo’n vordering werd ingesteld, kon de gemeente zelf geen dading meer aangaan of er afstand van doen zonder akkoord van degene(n) die het geding namens haar voerde. Hierdoor had de burger een belangrijk wapen in handen om te vermijden dat de gemeente conflicten toch zou regelen buiten hun medeweten om.
* Een essentiële voorwaarde was dat de persoon die een vordering wilde instellen het college van burgemeester en schepenen voorafgaand diende in gebreke te stellen en het college dan binnen de tien dagen geen optreden in rechte had ingesteld. Ook het verzoekschrift of de dagvaarding diende ook aan de gemeente te worden betekend.
* Dit substitutierecht werd door het Decreet Lokaal bestuur van 21 december 2017 afgeschaft, maar die afschaffing is nu vernietigd door het Grondwettelijk Hof in haar arrest nr. 129/2019 van 10/10/2019.
2. Wat is de milieustakingsvordering ?
* Dat substitutierecht werd in de praktijk vaak gebruikt in combinatie met de milieustakingsvordering die aan burgers toeliet om met behulp van een snelle procedure op te treden tegen handelingen die een inbreuk of ernstige bedreiging vormden op de milieureglementering.
* De wet van 12 januari 1993 betreffende een vorderingsrecht inzake de bescherming van het leefmilieu geeft de mogelijkheid aan de procureur des Konings, een administratieve overheid of aan een rechtspersoon die de bescherming van het leefmilieu tot doel heeft en die in zijn statuten het grondgebied heeft omschreven tot waar zijn bedrijvigheid zich uitstrekt om een vordering tot staking in te stellen bij de voorzitter van de Rechtbank van eerste aanleg.
Die staking kan maar bevolen worden wanneer de voorzitter het bestaan vaststelt van een zelfs onder het strafrecht vallende handeling, die een kennelijke inbreuk is of een ernstige dreiging vormt voor een inbreuk op één of meer bepalingen van wetten, decreten, ordonnanties, verordeningen of besluiten betreffende de bescherming van het leefmilieu.
De voorzitter kan de staking bevelen van handelingen waarvan de uitvoering reeds is begonnen of maatregelen opleggen ter preventie van de uitvoering ervan of ter voorkoming van schade aan het leefmilieu.
De voorzitter kan aan de overtreder ook een termijn toestaan om aan de opgelegde maatregelen te voldoen.
* Vermits vaak de administratieve overheid en procureur des Konings niet of niet snel optreden, kan de burger via het hoger vermelde substitutierecht namens bijvoorbeeld de gemeente optreden.
Op die manier kan een efficiëntere handhaving mogelijk zijn en kunnen milieu-inbreuken sneller beteugeld worden. “Milieu”inbreuken worden ook ruim geïnterpreteerd: een bouwmisdrijf, een afvalmisdrijf een bodemmisdrijf zijn ook “milieu” inbreuken.
Dus als je hinder hebt van een kennelijke milieu-inbreuk en je wil daartegen maatregelen laten nemen, kan je ons contacteren om een milieustakingsvordering in te stellen.