Geef een zoekterm in en druk op “enter”.

OOK SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE PSYCHISCHE GEWELDDADEN KUNNEN AANKLOPPEN BIJ HET SLACHTOFFERFONDS

  • Strafrecht

Wanneer slachtoffers van opzettelijke gewelddaden financieel in de kou blijven staan, bestaat de mogelijkheid om een procedure in te leiden voor het Slachtofferfonds. Wat is precies de functie van dit Fonds en wanneer wordt er daadwerkelijk financiële hulp toegekend?

Bij wet van 1 augustus 1985 werd in de schoot van de Federale Overheidsdienst Justitie een Bijzonder Fonds tot hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders – kortweg: het Slachtofferfonds – opgericht.

Het Slachtofferfonds verstrekt – wanneer voldaan is aan bepaalde voorwaarden – financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden wanneer blijkt dat de dader onbekend of onvermogend is.

De vraag die daarbij steevast centraal staat is uiteraard welke strafbare feiten precies kunnen worden beschouwd als een “opzettelijke gewelddaad” in de zin van artikel 31,1° van de wet van 1 augustus 1985.

Voor bepaalde strafbare feiten, zoals opzettelijke slagen en verwondingen, levensdelicten en zedenfeiten waarbij geweld wordt gebruikt, is dit voor de hand liggend. Voor andere strafbare feiten is deze vraag veel moeilijker te beantwoorden, te meer omdat het begrip “opzettelijke gewelddaad” door de wetgever niet wordt gedefinieerd.

Het Slachtofferfonds vult het begrip “gewelddaad”, bij gebrek aan wettelijke definitie, in aan de hand van artikel 483 Sw. Dit artikel omschrijft geweld als “daden van fysieke dwang gepleegd op personen”.

Volgens het Fonds bestaat een opzettelijke gewelddaad uit een materieel en een moreel element, waarbij het materieel bestanddeel van de opzettelijke gewelddaad de aanwending is van (fysiek of psychisch) geweld tegen een persoon en waarbij het moreel bestanddeel bestaat in het opzet van de dader om de gewelddaad te plegen.[1]

Recent werd ons kantoor geconfronteerd met de vraag of strafbare feiten van online grooming (i.e. het online benaderen van minderjarigen om strafbare feiten van seksuele aard te plegen), kunnen worden aangemerkt als een opzettelijke gewelddaad.

Namens onze cliënten werd uitgebreid betoogd dat online grooming weldegelijk een opzettelijke gewelddaad uitmaakt en dat het Fonds vervolgens gehouden is om financiële hulp toe te kennen.

Ons team van strafrechtadvocaten heeft daartoe onder meer aangevoerd dat de dader van online grooming een actieve handeling stelt (het hogervermelde materieel bestanddeel), m.n. het via internet contacteren van het minderjarig slachtoffer in kwestie om het slachtoffer vervolgens te lokken om strafbare feiten van seksuele aard te stellen.

Net zoals belaging houdt grooming geen fysiek geweld in, maar wel een ernstige vorm van psychologisch geweld, gericht tegen een persoon.[2] Bij grooming wordt het slachtoffer vaak gemanipuleerd waardoor er sprake is van een – soms subtiele – vorm van psychisch geweld waardoor de seksuele integriteit van de minderjarige in kwestie ontegensprekelijk ernstig wordt aangetast.

Daarenboven is ook voldaan aan het vereiste morele element (opzet of onachtzaamheid), aangezien de gewelddaad online grooming intentioneel werd gepleegd door de dader die wetens en willens ten aanzien van een minderjarige het voorstel formuleerde om een ontmoeting te organiseren en vervolgens seksuele handelingen te stellen. In hoofde van de dader was ontegensprekelijk de wil aanwezig om geweld aan te wenden tegen de persoon van het slachtoffer.

Het Slachtofferfonds is dit standpunt gevolgd waardoor aan onze cliënten aldus een vergoeding kon worden toegekend voor de schade die zij leden ten gevolge van deze feiten.

Zo leert de praktijk dat het Slachtofferfonds aldus ook financiële hulp toekent aan slachtoffers van opzettelijke psychische gewelddaden, hetgeen kan worden toegejuicht.

Voor verdere uitleg en deskundig advies kan u steeds terecht bij ons gespecialiseerd team van strafrechtadvocaten.

 

Voor meer informatie over de procedure voor het slachtofferfonds: lees zeker ook de relevante bijdrage van collega Lore Gyselaers over de nieuwe, versnelde procedure voor het Fonds: https://advocatenbureau-gevaco.be/slachtoffers-minder-lang-in-de-kou/

[1] RvS 11 januari 2022, nr. 252.592.

[2] Vergelijk Commissie 22 december 2009, nr. M90306, www.stradalex.be