Geef een zoekterm in en druk op “enter”.

(Opnieuw) hervorming van de rolrechten op til

  • Gerechtelijk recht

De wet van 28 april 2015 tot wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten had tot doel de griffierechten te hervormen. Belangrijke nieuwigheid hierbij was dat de wetgever ervoor opteerde om de rolrechten onder meer te bepalen op basis van de waarde van het geschil. Rolrechten zijn verschuldigd wanneer men een gerechtelijke procedure inleidt voor een rechter of wanneer men een rechtsmiddel aanwendt (vb. het instellen van hoger beroep tegen een vonnis). In de praktijk heeft deze wetswijziging vaak een tariefverhoging tot gevolg gehad.

De insteek bij deze wetswijziging was dat de werkingskosten van de hoven en rechtbanken in correlatief verband zouden staan met de waarde van een vordering. Met andere woorden zou een vordering met grotere waarde een hogere werklast met zich meebrengen voor de rechterlijke orde. Dit criterium werd vanaf het begin zwaar op de korrel genomen, onder andere door de Raad van State. Het Grondwettelijk Hof heeft in een arrest van 9 februari 2017 geoordeeld dat dit criterium niet pertinent is om het doel van de wet te bereiken en er aldus sprake is van een inbreuk op het grondwettelijk gewaarborgd gelijkheidsbeginsel. Bijgevolg heeft het Grondwettelijk Hof de relevante wetsbepalingen vernietigd. Ten einde de budgettaire gevolgen te beperken heeft de wetgever de tijd gekregen om uiterlijk 31 augustus 2017 een nieuwe regeling te implementeren. Vanaf 1 september 2017 dient er – bij gebreke aan een nieuwe regeling – te worden teruggegrepen naar de bepalingen voor de wetswijziging van 28 april 2015.

In tussentijd heeft de Ministerraad een voorontwerp van wet goedgekeurd waarbij in een nieuwe regeling wordt voorzien. De waarde van de vordering zou (weer) volledig als criterium verdwijnen. Voorts zou er gesleuteld worden aan de tarieven. In fiscale en sociale zaken wordt de vrijstelling behouden van rolrechten voor vorderingen met een waarde tot 250.000,00 euro. In sociale zaken zou deze drempel nu mogelijks wel worden opgetrokken.

Het valt te verwachten dat het parlement nog in de komende weken de nodige actie zal ondernemen, aangezien de deadline van 1 september 2017 nadert. Wordt dus spoedig vervolgd …