In 2014 sloot een pachter een bijkomende pachtovereenkomst af voor een perceel grond gelegen te Lommel met de eigenaar.
In 2015 betekende de eigenaar de opzegging van de pacht gebaseerd op art. 8bis 3de lid van de Pachtwet. Dit artikel laat toe om een pachtovereenkomst op te zeggen indien de pachter de wettelijke pensioenleeftijd heeft bereikt en een rust- of overlevingspensioen geniet en er geen rechtstreekse afstammelingen zijn die de overeenkomst kunnen voortzetten.
Ook al zijn al die voorwaarden vervuld, dan nog kan de opzegging door de rechtbank ongegrond verklaard worden op grond van rechtsmisbruik.
In casu werd er rechtsmisbruik aanwezig geacht omdat de verpachter op het moment dat hij de bijkomende pachtovereenkomst tekende op de hoogte was van het feit dat de pachter al in de voorwaarde verkeerde van art. 8bis, 3de lid van de pachtwet en omdat de opzeg de rechten van de pachter benadeelde.