Als consument geniet u van een wettelijke bescherming indien u een vlucht boekt en die wordt wegens omstandigheden geannuleerd of zelfs wanneer u geconfronteerd wordt met een vertraging van de vlucht.
In 2004 werden de minimumrechten van de luchtreiziger bij vertraging/annulering van de vlucht en instapweigering verankerd op Europees niveau in de Verordening (EG) nr. 261/2004. Zo heeft u als passagier in bepaalde gevallen recht op onder meer informatie, bijstand, opvang en compensatie.
Bij de annulering van uw vlucht, waarbij de luchtvaartmaatschappij heeft nagelaten u daarvan in kennis te stellen ten laatste twee weken voor de geplande vertrektijd, heeft u bijvoorbeeld als passagier in principe recht op compensatie. De aanbieding van een alternatieve vlucht en uitzonderlijke omstandigheden kunnen mogelijkerwijs een uitzondering vormen.
De omvang van de compensatie hangt af van de lengte van de vlucht:
- 250 EUR voor alle vluchten tot en met 1 500 km
- 400 EUR voor alle intracommunautaire vluchten van meer dan 1 500 km, en voor alle andere vluchten tussen 1 500 en 3500 km
- 600 EUR voor alle niet onder 1) of 2) vallende vluchten
In het recent arrest (C-302/16) van 11 mei 2017 oordeelde het Hof van Justitie dat de bewijslast voor het aantonen van de bovenvermelde mededeling binnen de twee weken ligt bij de luchtvaartmaatschappij. Het is met andere woorden de luchtvaartmaatschappij die moet aantonen dat zij een passagier meer dan twee weken voor de geplande vertrektijd op de hoogte heeft gesteld van de annulering van de vlucht.
Kan zij het bewijs van een tijdige mededeling niet leveren, dan is zij een compensatie verschuldigd aan de passagier.
Het Hof van Justitie oordeelde bovendien dat de luchtvaartmaatschappij die bewijslast ook draagt indien de vlucht geboekt werd via een onlinereisbureau in plaats van rechtstreeks met de luchtvaartmaatschappij.
Indien u verder nog concrete vragen heeft zijn wij steeds bereikbaar.
Michiel Beutels