Geef een zoekterm in en druk op “enter”.

TEST MET LEUGENDETECTOR HERVAT SINDS DE CORONACRISIS

  • Straf- en Strafprocesrecht

Recent verleende ons kantoor bijstand bij een test met leugendetector of polygraaf. In tegenstelling tot waar een persartikel onlangs melding van maakte, liggen de polygraaftesten dus niet langer stil omwille van de coronacrisis. De testen werden hervat en gaan vergezeld van strenge COVID-19-veiligheidsvoorschriften. Welke rol vervult de advocaat tijdens deze test?

De wettelijke regeling

Tot het begin van dit jaar vond de test met de leugendetector zijn grondslag in de ministeriële omzendbrief COL. 03/2003 van 6 mei 2003. Met de wet van 4 februari 2020 kwam daar verandering in. Sinds deze wet voorziet het Wetboek van Strafvordering in artikel 112duodecies in een wettelijke basis voor de polygraaftest. Hoewel deze wetsbepaling heel wat waarborgen voorschrijft, maakt deze test al geruime tijd terecht het voorwerp uit van kritiek. Ondanks een nieuwe wetswijziging die voorzien is en in werking zal treden op 01.01.2021, wordt aan deze kritiek niet tegemoet gekomen.

De kritiek

Vooreerst moet worden benadrukt dat de polygraaf niet in staat is om aan te geven of de persoon die aan de test wordt onderworpen, liegt, dan wel de waarheid spreekt. De leugendetector meet slechts de lichamelijke reacties zoals de hartslag, bloeddruk en zweetgeleiding van de aan de polygraaf onderworpen persoon wanneer deze antwoordt op de vragen die hem door de afnemer van de polygraaf – de polygrafist – worden voorgeschoteld. De polygrafist maakt deel uit van de federale politie. Daarnaast kan de polygraaftest erg intimiderend overkomen voor betrokkene en neemt deze test minstens drie uur in beslag.

Verder is het belangrijk om erop te wijzen dat een polygraaftest niet kan worden afgenomen van zwangere vrouwen, van minderjarigen beneden de leeftijd van zestien jaar en van personen binnen achtenveertig uur te rekenen vanaf hun effectieve vrijheidsbeneming.

Daarnaast kan voorafgaandelijk aan elke test met leugendetector een alcohol-, drugs- of geneesmiddelentest en psychologisch of psychiatrisch onderzoek van de persoon die aan deze test zal worden onderworpen, afgenomen worden. De resultaten van deze voorafgaande testen kunnen mee in rekening worden genomen door de magistraat die de leiding over het onderzoek heeft bij de beoordeling of van de betrokken persoon een test met leugendetector mag worden afgenomen. Wanneer de polygrafist twijfelt over de psychische of fysische gezondheid of toestand van de betrokkene, kan hij te allen tijde de polygraaftest stopzetten.

De grootste tekortkoming van de polygraaftest bestaat echter uit de quasi-onbestaande rol die toekomt aan de advocaat van de betrokkene tijdens de test. De wet schrijft voor dat de persoon die aan een polygraaftest wordt onderworpen, recht heeft op bijstand van een advocaat. Die bijstand bestaat louter uit de mogelijkheid voor de advocaat om de voorbereiding en het feitelijk verloop van de polygraaftest te volgen in de volgkamer. De advocaat bevindt zich dus niet in de ruimte waar de betrokkene effectief aan de test wordt onderworpen. Het Wetboek van Strafvordering stelt zelfs dat de polygraaftest onmiddellijk wordt beëindigd wanneer de advocaat van betrokkene tussenkomt. Kortom, de bijstand van de advocaat tijdens de polygraaftest is tot een minimum herleid en is in feite uitgehold.

Wanneer nadien een verhoor van de betrokkene wordt afgenomen waarbij aan hem de resultaten van de test met leugendetector worden voorgelegd, kan de advocaat wel terug een actievere rol vervullen. Zo is het mogelijk voor de betrokkene om voorafgaand aan dit verhoor vertrouwelijk overleg te plegen met zijn of haar raadsman en kan het verhoor eenmaal worden onderbroken, opnieuw met het oog op het plegen van vertrouwelijk overleg tussen cliënt en advocaat.

De resultaten van de polygraaftest mogen alleen in aanmerking worden genomen als ondersteunend bewijs van andersoortige bewijsmiddelen. Hoewel het slechts ondersteunend bewijs betreft, maakt het wel een bewijselement uit waar rekening mee gehouden kan worden door de onderzoekers en de rechter die uiteindelijk over de zaak dient te oordelen.

Het is in elk geval belangrijk om goed voor ogen te houden dat het afleggen van een polygraaftest steeds op vrijwillige basis gebeurt en dat aan de weigering van een persoon om deel te nemen aan de test geen enkel rechtsgevolg kan worden verbonden.

Ga dus niet zomaar in op een verzoek tot het afleggen van een polygraaftest, maar vraag ons deskundig advies.

Mr. Louisa Van Looy