Geef een zoekterm in en druk op “enter”.

Uw Europees vermogen op het bureau van de fiscus

  • Algemeen

Binnenkort zal zo goed als elke vorm van vermogen dat Belgen rechtstreeks of onrechtstreeks aanhouden in de Europese Unie, spontaan meegedeeld worden aan de Belgische fiscus.

De anonimiteit van buitenlands vermogen was sinds de bijstandsrichtlijn van 15 februari 2011 al sterk afgenomen, doordat alle EU-landen gegevens moeten wisselen die betrekking hebben op inkomsten uit arbeid, directiehonoraria zoals tantièmes en presentiegelden, levensverzekeringsproducten, pensioenen en eigendom van en inkomsten uit onroerend goed, waarover Belgische belastingplichtigen in lidstaten van de Europese Unie beschikken. Dergelijke inkomsten die genoten worden vanaf 1 januari 2014, worden vanaf 1 januari 2015 uitgewisseld, en dus ook meegedeeld aan de Belgische fiscus.

Door de Europese richtlijn 2014/107/EU van 9 december 2014 (in werking getreden op 5 januari 2015) werd het toepassingsgebied van de bijstandsrichtlijn verruimd. Vanaf 2017 zal de Belgische fiscus ook inlichtingen ontvangen over andere financiële tegoeden zoals de interesten (zat al onder de spaarrichtlijn) dividenden, rekeningtegoeden, vermogenswinsten, opbrengsten van de verkoop van financiële activa, waarover Belgische belastingplichtigen bij financiële instellingen in een andere EU-lidstaat beschikken in 2016.

Het zullen de financiële instellingen zijn, zoals banken, beleggingsfondsen en verzekeringsmaatschappijen, die deze informatie zullen meedelen aan de fiscus van het eigen land, die vervolgens de informatie kan doorgeven aan de belastingautoriteiten van de andere lidstaat. Niet-financiële instellingen, zoals vennootschappen, zullen niet moeten rapporteren.

Er moet geen uitwisseling gebeuren van informatie over bankrekeningen waarover vennootschappen beschikken, tenzij het gaat om bankrekeningen die in die EU-lidstaat aangehouden worden door vennootschappen uit een andere lidstaat. Indien een Belgische vennootschap bijvoorbeeld bankrekeningen aanhoudt in Luxemburg, zal Luxemburg verplicht zijn het bestaan van deze rekeningen mee te delen aan de Belgische fiscus.

Gaat het om vennootschappen die geen commerciële activiteit voeren en entiteiten die worden gebruikt om privaat vermogen te besturen (trusts, private stichtingen, foundation, société de gestion de patrimoine familial), dan wordt er wel informatie meegedeeld, en dan niet alleen over het vermogen dat deze entiteit bezit, maar ook over de identiteit van de “uiteindelijk belanghebbende” (d.i. de privé persoon achter het vehikel).

Een vennootschap wiens activiteit bestaat uit het aanhouden van participaties in bedrijven die commerciële activiteiten voeren, wordt niet beschouwd als een passieve vennootschap. Voor zo’n vennootschap is er dus geen rapporteringsverplichting voor de bank waar de rekeningen worden aangehouden. Is dergelijke vennootschap een buitenlandse vennootschap (met rekeningen in ene lidstaat), dan is er weel een rapporteringsverplichting

Om te bepalen wie beschouwd wordt als “uiteindelijk belanghebbende”, wordt gekeken naar de hoegrootheid van de participatie die iemand bezit in dergelijk vehikel. Bedraagt deze participatie minstens 25 %, dan zal zijn identiteit worden meegedeeld. Bezit men minder, dan moet de identiteit niet worden meegedeeld

Hoeveel er op de bankrekeningen staat van zo’n entiteit speelt geen rol, tenzij voor de rekeningen van bestaande entiteiten (= bestaan op 1 januari 2016). Er is slechts een verplichting tot mededeling van informatie, indien er zich op 31 december 2015 minstens 250.000 USD (of het equivalent in euro) op de rekening bevindt. Staat er minder geld op de rekening, dan is er geen verplichting tot rapportering, maar de bank kan zelf beslissen om het toch te doen. Nieuwe rekeningen die worden geopend vanaf 1 januari 2016 vallen altijd onder de informatieverplichting, waarbij het bedrag op de rekening zonder belang is.

In 2017 zullen de belastingautoriteiten op basis van deze richtlijn voor de eerste keer bankgegevens uitwisselen met betrekking tot de tegoeden en inkomsten van 2016.
In 2017 zal de Belgische fiscus op de hoogte worden gebracht van alle buitenlandse bankrekeningen, met inbegrip van de ontvangen rente en dividenden, en vermogensstructuren die Belgische belastingplichtigen in het buitenland aanhouden.

Het valt te verwachten dat deze trend van uitwisseling van informatie zich zal doorzetten naar landen buiten de Europese Unie.

Informatie over 2016 kan voor de fiscus de aanleiding vormen om bijkomend onderzoek te verrichten over vorige jaren, of de informatie zou kunnen worden aangewend om uw Belgische belastingsituatie te beoordelen.

Indien u over buitenlands vermogen beschikt waarvan het bestaan binnenkort zal worden meegedeeld aan de Belgische fiscus, is mogelijk nuttig om het fiscaal karakter van dit buitenlands vermogen na te gaan. Hadden er Belgische belastingen moeten betaald worden ? Zo dit het geval is, is een spontane regularisatie aangewezen. De kost hiervan zal altijd kleiner zijn, in vergelijking met de situatie waarbij uw vermogen of inkomsten worden ontdekt door de fiscus.

Wij staan vanzelfsprekend ter beschikking zo u bijkomende informatie zou wensen.

Stefaan Lettens Annemiek Lewandowski