Artikel 2.1.5.0.1, § 1, 2°, eerste lid, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit voorziet in een vermindering van de onroerende voorheffing voor de woning die op 1 januari van het betreffende aanslagjaar wordt betrokken door een gezin met ten minste twee kinderen die daar volgens het bevolkingsregister hun woonplaats hebben en die in aanmerking komen voor het groeipakket.
Wanneer ouders uit elkaar gaan en niet langer samenwonen, kon in het verleden slechts één van de ex-samenwonende ouders aanspraak maken op dergelijke vermindering, zijnde de ouder bij wie de kinderen gedomicilieerd zijn.
Vanaf aanslagjaar 2023 is het mogelijk om de vermindering van de onroerende voorheffing voor kinderen waarvoor groeipakket wordt uitgekeerd wél proportioneel te verdelen tussen de ouders die niet langer samenwonen. Deze nieuwe regeling werd ingevoerd naar aanleiding van een arrest van het Grondwettelijk Hof van 23 juni 2022.
Arrest Grondwettelijk Hof 23 juni 2022
De Rechtbank van Eerste Aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent richtte zich tot het Grondwettelijk Hof met de vraag of de regel dat het hoe dan ook uitgesloten is dat de kinderen van gescheiden ouders op fiscaal vlak volgens het bevolkingsregister hun woonplaats tegelijkertijd hebben bij beide ouders wel verenigbaar is met het gelijkheidsbeginsel. De ouder die zijn kinderen daadwerkelijk huisvest en bij wie ze zijn gedomicilieerd en de ouder die zijn kinderen daadwerkelijk huisvest en bij wie ze niet zijn gedomicilieerd bevinden zich namelijk in een vergelijkbare situatie en worden toch verschillend behandeld.
Het Grondwettelijk Hof was van oordeel dat er inderdaad een schending van het gelijkheidsbeginsel in die zin voorlag. Er was bijgevolg werk aan de winkel voor de wetgever om deze schending van het gelijkheidsbeginsel recht te zetten.
Wijzigingen
De vroegere toepassingsvoorwaarden om aanspraak te kunnen maken op een vermindering van de onroerende voorheffing voor de woning blijven nog steeds van kracht, met name:
- Er moeten minstens twee kinderen zijn;
- Die gedomicilieerd staan op het adres van het betreffend onroerend goed waarvoor de vermindering gevraagd wordt;
- En dit per 1 januari van het aanslagjaar;
- (De ouders van) de kinderen moeten aanspraak kunnen maken op het groeipakket.
Vanaf aanslagjaar 2023 kan de ouder, bij wie de kinderen nog steeds regelmatig verblijven maar op wiens adres de kinderen niet meer ingeschreven staan, aan de Vlaamse Belastingdienst de verdeling vragen van de vermindering van de onroerende voorheffing. Deze proportionele verdeling van de vermindering geschiedt in verhouding tot de periode waarin de kinderen bij hun ouders verblijven. Daarom is het belangrijk om bij de aanvraag de overeenkomst bij te voegen waarin de verblijfsregeling van de kinderen werd vastgelegd. Een dergelijke proportionele verdeling kan wel alleen als de co-ouders beiden in het Vlaams Gewest wonen.
Naar aanleiding van deze wijziging, wordt de vermindering van de onroerende voorheffing veranderd van een stijgende vermindering naargelang het aantal kinderen naar een forfaitair basisbedrag van 8 euro per kind, te vermeerderen met de opcentiemen van de provincie en de gemeente. Dit basisbedrag wordt uiteraard jaarlijks geïndexeerd vanaf aanslagjaar 2024. Een gehandicapt kind wordt daarbij berekend als twee kinderen.
Het is dan ook belangrijk goed geïnformeerd te zijn over de mogelijkheden om de financiële impact van een relatiebreuk zo beperkt mogelijk te houden. Het team familierecht van Gevaco Advocaten staat u hier graag in bij!