Geef een zoekterm in en druk op “enter”.

VROEGE KERSTCADEAUS IN DE GEZINSFISCALITEIT

  • Fiscaal recht

Het afgelopen jaar was zonder meer een jaar van uitdagingen. Ons dagelijks leven kreeg een heel andere invulling door het verplicht telewerken en de beperkte sociale contacten, gecombineerd met sluitingen in verschillende sectoren. Als u kinderen heeft, zult u daarbovenop allicht meermaals met de handen in het haar hebben gezeten bij het sluiten van scholen, kinderdagverblijven en jeugdbewegingen. De fiscus heeft alvast getracht aan dat leed te verhelpen door op twee manieren te sleutelen aan de belastingvermindering voor kinderopvang. Ook voor de mantelzorgers ligt er goed fiscaal nieuws onder de boom.

1. Kinderopvang

Op dit moment geven uitgaven voor kinderopvang, onder bepaalde voorwaarden, recht op een belastingvermindering van 45% van de werkelijk betaalde uitgaven. Dat is weliswaar beperkt tot 11,20 euro per kind per opvangdag en geldt enkel voor de dagen waarop er daadwerkelijk opvang is geweest. Als de ouders op voorhand betaald hebben voor een opvangactiviteit, waaraan het kind uiteindelijk niet deelneemt, wordt dit dus niet als een uitgave voor kinderopvang beschouwd. Er vond immers geen effectieve opvang plaats.

Door de COVID-pandemie werden er dit jaar verschillende jeugdactiviteiten geschrapt, onder meer tijdens de paas- en zomervakantie. Er werd toen massaal gevraagd aan ouders om het betaalde inschrijfgeld voor al deze kampen en activiteiten niet terug te vragen, om te vermijden dat (jeugd)organisaties collectief in financiële problemen zouden komen. Die solidariteit wil men nu fiscaal ondersteunen door toch recht op belastingvermindering voor deze uitgaven toe kennen, ook al vond er geen effectieve opvang plaats. Er gelden echter wel enkele voorwaarden, bovenop de voorwaarden die sowieso al gelden voor de belastingvermindering:

  • Het moet gaan om uitgaven voor kinderopvang die in 2019 of 2020 werkelijk zijn betaald voor dagen waarop er geen effectieve opvang was.
  • De uitgaven zijn gedaan voor een opvangactiviteit die had moeten doorgaan in de periode van 14.03.2020 tot 31.12.2020, maar door de organisator werd geannuleerd omwille van de maatregelen in het kader van de COVID-19-pandemie.
  • De belastingplichtige had het recht om de reeds gedane uitgaven terug te vorderen, maar heeft beslist om geen terugvordering te vragen, zelfs niet gedeeltelijk. Die beslissing moet definitief en onherroepelijk zijn.
  • De organisator reikt voor de uitgaven met betrekking tot de geannuleerde oppasdagen een attest uit, waarvan het model verplichtend wordt vastgelegd door de koning.
  • Het maximumbedrag van de uitgaven bedraagt nog steeds 11,20 euro per opvangdag per kind en het moet ook nog altijd gaan om uitgaven aan instellingen en organisaties die opgesomd zijn in de wet.

Vervolgens heeft de wetgever in een voorontwerp van Programmawet ook algemene wijzigingen aangebracht aan de bestaande voorwaarden voor de belastingvermindering, los van de COVID-problematiek. Het moet wel worden benadrukt dat het hier nog maar gaat om een voorontwerp van wet, en dat wijzigingen dus nog mogelijk zijn. Concreet gaat het om vier aanpassingen:

  • Momenteel is vereist dat het kind jonger is dan 12 jaar op het ogenblik van de opvang, om in aanmerking te komen voor de belastingvermindering. Die leeftijd zal worden opgetrokken naar 14 jaar vanaf aanslagjaar 2021. Als het kind zwaar gehandicapt is wordt de leeftijdsgrens, die nu op 18 jaar ligt, verhoogd tot 21 jaar.
  • De belastingvermindering geldt, zoals vermeld, enkel voor de instellingen en organisaties die in de wet staan opgesomd. Die lijst wordt vanaf aanslagjaar 2021 uitgebreid tot organisaties die thuisopvang voor zieke kinderen door professionele oppassers organiseren. Ook zelfstandige oppassers die op een ziek kind passen in het kader van hun beroepsactiviteit, worden aan de opsomming toegevoegd. Men kan hierbij denken aan de thuisopvang die bepaalde mutualiteiten organiseren.
  • De uitgaven zijn momenteel beperkt tot 11,20 euro per kind en per opvangdag. Dat bedrag werd in het verleden nooit geïndexeerd. Daar komt verandering in, want het wordt voortaan ingeschreven in de wet, waardoor het indexeert volgens de regels die gelden in de personenbelasting. Bovendien wordt dit maximumbedrag ook verhoogd. In een eerste fase, die ingaat vanaf aanslagjaar 2021, stijgt het naar (nog te indexeren) 7,85 euro. Dat zou geïndexeerd neerkomen op 13 euro. De tweede verhoging, die van toepassing zal zijn vanaf aanslag 2022, brengt het maximumbedrag op (nog te indexeren) 8,20 euro per kind en per opvangdag. Het geïndexeerde bedrag dat men dan bekomt, dat overigens niet hoger zal zijn dan 13,70 euro, blijft behouden voor de aanslagjaren 2023 en volgende.
  • Tot slot zal het niet-verplichte modelattest dat nu bestaat voor de organisatoren van opvang vanaf aanslagjaar 2021 vervangen worden door een verplicht te gebruiken attest. Dat geldt weliswaar enkel voor instanties die gevestigd zijn op Belgisch grondgebied. Deze verstrengde voorwaarde is overgenomen uit de besproken COVID-maatregel.

2. Mantelzorg

Ook voor de mantelzorgers is het voorontwerp van Programmawet gunstig.

Op dit moment krijgt iedereen een toeslag van (ongeïndexeerd) 1740 euro op het belastingvrij minimum als men een ascendent (ouder, grootouder,…) of een broer/zus fiscaal ten laste heeft en deze de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt. Geïndexeerd komt dat neer op een bedrag van 3.270 euro voor aanslagjaar 2021.

Deze toeslag zal vanaf aanslagjaar 2022 enkel nog bestaan voor mantelzorgers, want er wordt een voorwaarde aan de wet toegevoegd: de persoon ten laste moet zorgbehoevend zijn, wat afhangt van de graad van zelfredzaamheid. Voor iedereen die in aanslagjaar 2021 nog van de toeslag geniet, maar nadien uit de boot zal vallen door de nieuwe voorwaarde, komt er wel een tijdelijke overgangsmaatregel.

Voor de mantelzorgers wordt de toeslag vanaf aanslagjaar 2022 ook verhoogd tot (niet-geïndexeerd) 2610 euro, wat na indexering zou neerkomen op een bedrag van 4900 euro. De bestaande verdubbeling van de toeslag voor een gehandicapte persoon wordt weliswaar geschrapt.

Met deze maatregelen hoopt de nieuwe regering de gezinsfiscaliteit toch enigszins te verlichten en beter af te stemmen op de combinatie werk/gezin en de zorg voor oudere, inwonende familieleden.

Indien u nog vragen heeft omtrent deze wijzigingen, kan u uiteraard steeds terecht bij ons fiscaal team.

Mr. Charline De Coster