Overeenkomstig het Ministerieel Besluit van 24 maart 2020 wordt het overtreden van de onderstaande drie verbodstypes strafrechtelijk bestraft.
Het College van Procureurs-Generaal bij de Hoven van Beroep hebben een Omzendbrief op 25 maart 2020 uitgevaardigd gekend onder het nummer 06/2020 om mensen of professionelen die de ernst van de situatie en de maatregelen die zijn opgelegd niet wensen op te volgen en opzettelijk met de voeten treden te sanctioneren.
1. Verboden of beperkte opening en toegang (artikel 1)
§1 De handelszaken en de winkels zijn gesloten, met uitzondering van:
– de voedingswinkels, met inbegrip van nachtwinkels;
– de dierenvoedingswinkels;
– de apotheken;
– de krantenwinkels;
– de tankstations en de leveranciers van brandstoffen;
De nodige maatregelen moeten getroffen worden om de regels van social distancing te respecteren, in het bijzonder het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon. Deze maatregelen zijn van toepassing op alle activiteiten bedoeld in het besluit.
§2. De toegang tot grootwarenhuizen kan enkel plaatsvinden overeenkomstig de volgende modaliteiten:
– maximum 1 klant per 10 vierkante meter gedurende een periode van maximum 30 minuten;
– in de mate van het mogelijke wordt individueel gewinkeld.
Solden of kortingsacties zijn verboden.
§3. De voedingswinkels mogen uitsluitend van 7.00 uur tot 22.00 uur geopend zijn.
Nachtwinkels mogen geopend blijven vanaf het normale openingsuur tot 22u00.
§4. De markten zijn verboden, behalve voedselkramen die onontbeerlijk zijn voor de voedselvoorziening in gebieden die geen commerciële voedselinfrastructuren hebben.
§5. De inrichtingen die behoren tot de culturele, feestelijke, recreatieve, sportieve en horecasector worden gesloten. Het terrasmeubilair van de horecasector moet naar binnen gebracht worden.
In afwijking van het voorgaande lid mogen de hotels open blijven, met uitzondering van hun eventuele restaurant.
Levering van maaltijden en maaltijden om mee te nemen zijn toegestaan.
2. Verboden activiteiten en samenscholingen (artikel 5)
Worden verboden:
– de samenscholingen;
– de privé- en publieke activiteiten van culturele, maatschappelijke, feestelijke, folkloristische, sportieve en recreatieve aard;
– de schooluitstappen en de activiteiten in het kader van jeugdbewegingen, op en vanaf het nationaal grondgebied;
– de activiteiten van de erediensten.
In afwijking van het eerste lid, worden toegestaan:
– activiteiten in intieme of familiale kring en begrafenisceremonies;
– Een buitenwandeling met de leden van de familie die onder hetzelfde dak wonen vergezeld met een andere persoon, de beoefening van een individuele fysieke activiteit of met de familieleden die onder hetzelfde dak wonen of telkens een zelfde vriend, dit alles met respect van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon.
3. Verboden verplaatsingen (artikel 8)
De personen zijn ertoe gehouden thuis te blijven. Het is verboden om zich op de openbare weg en in openbare plaatsen te bevinden, behalve:
1° in geval van noodzakelijkheid en omwille van dringende redenen zoals:
– zich te begeven van en naar de plaatsen waarvan de opening toegelaten is op basis van de artikelen 1 en 3;
– toegang te hebben tot bankautomaten en postkantoren;
– toegang te hebben tot medische zorg;
– om in bijstand en zorg te voorzien voor oudere personen, voor minderjarigen, voor personen met een handicap en voor kwetsbare personen;
– het uitvoeren van de professionele verplaatsingen, met inbegrip van het woon-werkverkeer.
Mensen die samenscholen, die niet-essentiële verplaatsingen doen, een feest of gezamenlijke sportactiviteit organiseren of eraan deelnemen, zullen een proces-verbaal krijgen en het voorstel krijgen om een minnelijke schikking van 250 euro te betalen.
Handelszaken, zoals cafés of niet-voedingswinkels, die ondanks het verbod nog open zijn, zullen een minnelijke schikking voorgeschoteld krijgen van 750 euro.
Wie een tweede keer betrapt wordt, mag zich verwachten aan een rechtstreekse dagvaarding voor de corrrectionele rechtbank. Die kan gevangenisstraffen van 8 dagen tot 3 maanden opleggen en geldboetes van 208 tot 4.000 euro.
Bedrijven die de regels van social distancing niet toepassen voor hun personeel, zullen een minnelijke schikking van 1.500 euro krijgen, en bij een tweede inbreuk gedagvaard worden.
Krachtens artikel 10 van het M.B. worden de inbreuken op de artikelen 1, 5 en 8 strafbaar gesteld door artikel 187 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid.
De werkgever die zich niet houdt aan de bepalingen van de welzijnswet kan vervolgd worden op basis van de artikelen 127 tot 132 van het sociaal strafwetboek.
Wie rondbazuint dat hij besmet is, of opzettelijk in iemands richting hoest of niest, kan gevangenisstraffen van drie maanden tot twee jaar opgelegd krijgen en dit conform artikel 328bis van het Strafwetboek.
Wie opzettelijk op voedingswaren niest of hoest, kan zelfs vijf jaar cel oplopen maximaal artikel 454 van het Strafwetboek.
Voor vragen of hulp bij vaststellingen kan u bij Mr. Kurt Smets terecht.