Het bankgeheim in fiscale zaken staat de laatste jaren onder grote druk en heeft al veel van haar pluimen verloren. Zo kan sinds 1 juli 2011 de fiscus bij aanwijzingen van fraude of indien de fiscus plant om een aanslag op basis van tekenen en indiciën te vestigen een financiële instelling verzoeken om gegevens over een belastingplichtige mee te delen. De belastingplichtige heeft wel eerst de mogelijkheid om zelf op de vraag om inlichtingen te antwoorden. Om deze controlemaatregel praktisch te organiseren werd in 2013 het Centraal Aanspreekpunt (afgekort: CAP) opgericht onder de vleugels van de Nationale Bank van België (afgekort: NBB). Het is de bedoeling dat de fiscus zijn verzoeken om inlichtingen aan deze centrale databank voor bankrekeningen en contracten richt. Belgische financiële instellingen, en Belgische vaste inrichtingen van een buitenlandse financiële instelling, zijn sinds 2014 verplicht om de identiteit van het cliënteel, samen met de rekening- en contractnummers, te melden aan het CAP. Om ook gegevens over buitenlandse rekeningen te centraliseren is de belastingplichtige verplicht om in de aangifte personenbelasting het bestaan van een buitenlandse rekening mee te delen. Daarnaast dient diezelfde belastingplichtige bepaalde gegevens over die buitenlandse rekening bij het CAP te melden en dit in zoverre in een voorafgaand aanslagjaar hiervan nog geen melding was gemaakt. Deze verplichting geldt reeds vanaf aanslagjaar 2012. Bij gebreke aan uitvoeringsbepalingen bleef deze wettekst in de praktijk echter dode letter. In die zin werd de aanmelding voor de aanslagjaren 2012 t.e.m. 2014 uitgesteld. Recentelijk werden de concrete modaliteiten voor de aanmelding van een buitenlandse rekening bij het CAP vastgelegd (KB 3 april 2015). De wettekst spreekt hier over “rekeningen van elke aard” die aangehouden worden bij een in het buitenland gelegen bank-, wissel-, krediet – of spaarinstelling. Het gegeven dat een rekening slechts gedurende een zeer korte periode wordt aangehouden gedurende een belastbaar tijdperk is hierbij niet relevant. Het Verslag aan de Koning verduidelijkt dat onder ‘rekening’ verstaan dient te worden “elke specifieke onderverdeling in het boekhoudplan” van de betreffende instelling “die tot stand is gekomen ten gevolge van het sluiten van een bancaire of financiële overeenkomst met de belastingplichtige, alleen of gemeenschappelijk met andere personen, en die het mogelijk maakt op een individuele basis de stromen en saldi van monetaire of financiële activa te registreren en op te volgen welke door de betrokken instelling worden bewaard voor rekening van deze belastingplichtige, alleen of samen met andere personen, of die door de betrokken instelling ter beschikking van deze laatsten worden gesteld”. Indien eenzelfde rekening door verschillende belastingplichtigen gezamenlijk wordt aangehouden, dient in principe elke medehouder melding te doen bij het CAP. Voorts zal ook elke ouder gehouden zijn tot aangifte van de buitenlandse rekening waarvan zijn/haar kind titularis is en de ouder het wettelijk genot heeft. Bij een aanmelding bij het CAP moeten onder meer navolgende gegevens meegedeeld worden: – identificatienummer in het Rijksregister van de belastingplichtige, of, bij gebrek hiervan, zijn identificatienummer toegekend bij de Kruispuntbank van de sociale zekerheid, alsmede zijn naam en zijn eerste officiële voornaam; – het nummer van deze rekening, geïdentificeerd door middel van zijn IBAN-nummer wanneer dit nummer bestaat; – de benaming van de buitenlandse financiële instelling; – de BIC-code van deze instelling, wanneer het bestaat, of bij gebrek hiervan zijn volledig adres; – het land waar deze rekening werd geopend. Wat betreft de aanslagjaren 2012 t.e.m. 2014 is de belastingplichtige maar gehouden tot aanmelding, en dit binnen een termijn van 2 maanden, na hiertoe schriftelijk te zijn uitgenodigd door de fiscus. Enkel die belastingplichtigen die in hun aangifte personenbelasting het bestaan van een buitenlandse rekening hebben aangeduid, kunnen zich in de loop van de maand juni verwachten aan een uitnodiging. Deze (bijzondere) procedure is enkel van toepassing indien de rekeningen bestonden in 2011, 2012 en/of 2013, maar niet meer in 2014. In zoverre de rekeningen ook in 2014 werden aangehouden, vindt de normale procedure toepassing. In het kader van de normale procedure, dewelke geldt vanaf aanslagjaar 2015, dient de belastingplichtige de melding bij het CAP op eigen initiatief te voldoen, en dit ten laatste op het ogenblik van de indiening van de aangifte personenbelasting. De belastingplichtige zal dus in de toekomst niet meer persoonlijk worden uitgenodigd door de fiscus. De melding bij het CAP kan, ten eerste, op papier gebeuren door een postzending gericht aan volgend adres: Nationale Bank van België, Centraal Aanspreekpunt, de Berlaimontlaan 14, 1000 Brussel. Aanmeldingen via fax of email zullen aldus niet aanvaard worden. Het gebruik van het standaardformulier, dat u terugvindt op de website van de NBB, is hierbij verplicht. Daarnaast kan de aanmelding ook elektronisch gebeuren via de website van de NBB door middel van uw elektronische identiteitskaart. Wenst u bijkomende informatie, dan staan wij vanzelfsprekend te uwer beschikking. Stefaan Lettens Neil Simons