In het kader van afhandeling lichamelijke schade na een verkeersongeval werd door partijen een compromis van minnelijke medische expertise ondertekend.
Het slachtoffer vond dat de expertise veel te lang aansleepte en vroeg de rechtbank alsnog een gerechtsdeskundige aan te stellen.
De rechtbank oordeelde dat hierop niet zondermeer kon ingegaan worden. Partijen hadden immers voor een minnelijke medische expertise gekozen en deze kan niet zondermeer vervangen worden door een gerechtelijke expertise.
De overeenkomst strekt partijen tot wet. Dit betekent dan ook dat de rechtbank de keuze van partijen, die vrij waren toe te treden tot de minnelijke medische expertise, moet eerbiedigen.
De rechter kan evenmin de modaliteiten van het onderzoek, dewelke door partijen vrij werden bepaald, wijzigen. Wel kan de rechtbank de nietigheid van de overeenkomst uitspreken bv. wegens wilsgebrek bij het sluiten van de compromis van de minnelijke medische expertise.
De rechter is gebonden door de bindende derdenbeslissing en kan zijn beslissing niet in de plaats stellen en kan evenmin een andere deskundige aanstellen. De derdenbeslissing kan ook niet gewijzigd worden. De rechtbank kan evenmin een “bevel” opleggen ten opzichte van de geneesheren aangesteld in het kader van een minnelijke expertise of de verrichtingen heropenen.
Uiteraard kunnen partijen wel bepalen in de compromis van minnelijke medische expertise dat de rechtbank in welbepaalde gevallen alsnog kan tussenkomen onder bepaalde voorwaarden.
(Pol. Rb. West-Vlaanderen, afdeling Brugge, 08.06.2016, VAV, 2017/5, p. 31)
Het is dan ook belangrijk dat de compromis voor de minnelijke medische expertise duidelijk en volledig is en grondig wordt nagekeken alvorens deze te ondertekenen.