Geef een zoekterm in en druk op “enter”.

COVID-19: OVERMACHT OF ONMACHT?

  • Contractenrecht

Wat als mijn onderneming ernstige moeilijkheden ervaart met het nakomen van contractuele verplichtingen, of dat het nakomen van deze verplichtingen zelfs onmogelijk wordt ten gevolge van (maatregelen die getroffen werden tegen) het coronavirus?

Onze leefwereld wordt dezer dagen beheerst door het coronavirus. Is het niet het virus zelf, dan zijn het wel de noodzakelijke maatregelen die de overheid heeft genomen om de verspreiding van dit virus onder controle te houden.

Deze maatregelen werden stelselmatig strenger, en kunnen ervoor zorgen dat uw onderneming of diegene waarmee u een overeenkomst sloot ernstige moeilijkheden ervaart met het nakomen van contractuele verplichtingen, of dat het nakomen van deze verplichtingen zelfs onmogelijk wordt.

Ook zal het oplopen van het virus zelf, en de verplichte quarantaine van veertien dagen die daaraan verbonden is het voor sommigen moeilijk of zelfs onmogelijk maken om hun verplichtingen na te komen.

In dit artikel proberen we aan de hand van algemene principes die gelden in het Belgisch verbintenissenrecht een antwoord te bieden op deze vraag.

Uiteraard dienen steeds de specifieke omstandigheden en de bepalingen van de overeenkomst, eventuele algemene voorwaarden of andere schriftelijke afspraken getoetst te worden alvorens op deze algemene principes wordt teruggevallen.

1. Contractuele bepalingen inzake overmacht

Om partijen enigszins zekerheid te bieden over welke situaties als overmacht kunnen worden beschouwd, en welke gevolgen deze situaties met zich meebrengen, kan in een overeenkomst of in algemene voorwaarden een zogenaamde overmachtsclausule worden opgenomen.

Deze clausule kan zich beperken tot het benoemen van de gebeurtenissen die als overmacht in aanmerking komen, maar kan ook een bepaalde procedure voorschrijven om te volgen wanneer een partij wordt geconfronteerd met een situatie van overmacht, of de gevolgen van een situatie van overmacht omschrijven.

Het coronavirus is een pandemie. Strikt genomen zal dit risico dus moeten zijn opgenomen in de overmachtsclausule om op de situatie van vandaag toepasselijk te zijn. Een omschrijving zoals “maatregelen genomen door de overheid” (het zgn. “Fait du prince”), zou de lading ook kunnen dekken, maar dan enkel voor de gevolgen die men ondervindt door de genomen maatregelen en niet de gevolgen die men ondervindt door de ziekte. Dit is een kwestie van nuancering en interpretatie van een overeenkomst.

Dat een gebeurtenis niet werd benoemd in de clausule, betekent niet dat u of uw contractpartij zich niet op die gebeurtenis kan beroepen om overmacht in te roepen, in dat geval zal in principe nog steeds kunnen worden teruggevallen op de regels die verder worden omschreven.

Indien uw overeenkomst voorziet in een overmachtsclausule, maar in deze clausule huidige situatie niet werd benoemd, betekent dit ook niet dat de overige voorschriften van die clausule niet dienen nageleefd te worden. Zo kan er een kennisgevingsverplichting zijn, die de partij die overmacht inroept verplicht de situatie binnen een bepaalde termijn schriftelijk te melden aan de andere partij. Het is aan te raden deze voorschriften dan ook na te leven.

De bepaling die stelt dat de schuldenaar instaat voor de gevolgen van overmacht, houdt een contractuele aansprakelijkheidsuitbreiding in. Volgens het gemeen verbintenissenrecht ontslaat overmacht de schuldenaar immers van zijn verplichtingen (zie verder). Zulke bepaling is in principe rechtsgeldig, maar zal uitgelegd worden ten voordele van de schuldenaar.

2. Overmacht volgens het gemeen verbintenissenrecht

Sloot u geen schriftelijke overeenkomst, of vermelden de overeenkomst of de algemene voorwaarden niets over overmacht, dan kan u terugvallen op het gemeen verbintenissenrecht.

  • Uitvoering van de overeenkomst is onmogelijk geworden

Volgens artikel 1147 en artikel 1148 van het Belgische Burgerlijk Wetboek is de schuldenaar van een verbintenis bevrijd, wanneer hij kan bewijzen dat de niet-nakoming van zijn verbintenis het gevolg is van een vreemde oorzaak of van overmacht. De schuldenaar zelf dient het bewijs te leveren van overmacht.

Overmacht zelf wordt in de Belgische wetgeving niet omschreven. Het Hof van Cassatie omschrijft overmacht als “Een gebeurtenis die een onoverkomelijk beletsel vormt voor de nakoming van de verbintenis”.

Uitvoering van de verbintenis dient dus onmogelijk te worden gemaakt door een gebeurtenis of omstandigheden die niet zijn toe te rekenen aan de schuldenaar, en de schuldenaar dient hiervan het bewijs te leveren. Een gebeurtenis die de uitvoering bemoeilijkt, maar niet onmogelijk maakt, zal dus niet als overmacht in aanmerking worden genomen.

U zal dus dienen na te gaan of, en in welke mate de uitvoering van uw verplichtingen of die van uw contractspartij werkelijk onmogelijk geworden is door de genomen maatregelen of door een besmetting met het coronavirus.

  • Omstandigheden niet toerekenbaar aan de schuldenaar

De situatie van overmacht mag niet te wijten zijn aan de partij die overmacht inroept, en evenmin mag deze situatie dus het gevolg zijn van een fout van die partij. Het komt er op neer dat de situatie die zich voordoet onvoorzienbaar en onvermijdbaar dient te zijn.

De onvoorzienbaarheid van de situatie betekent dat ten tijde van de sluiting van de overeenkomst, de schuldenaar van de verplichting deze situatie niet voorzag en redelijkerwijze niet kon voorzien. De onvermijdbaarheid houdt dan weer in dat de schuldenaar de gebeurtenis niet redelijkerwijze kon voorkomen of vermijden.

Of de situatie die zich vandaag voordoet voorzienbaar was ten tijde van de sluiting van de overeenkomst, is feitelijk te benaderen. Sloot u nog een overeenkomst op het ogenblik dat er reeds sprake was van (toekomstige) maatregelen ter bestrijding van corona, zal dit uiteraard meespelen bij de beoordeling van de situatie als overmacht.

Ook zullen partijen die uitvoering van hun verplichtingen spontaan gestaakt hebben, terwijl ze hiertoe door de genomen maatregelen strikt genomen niet verplicht waren, moeilijker kunnen aantonen dat de situatie van overmacht voor hen onvermijdbaar was.

Verder is ook van belang dat de partij die zich beroept op overmacht, voorafgaand aan die situatie nog niet in gebreke was gesteld voor het uitvoeren van zijn verplichtingen. Indien uw contractpartij dus al voor de overmachtssituatie in gebreke bleef, kan deze situatie in principe niet meer ingeroepen worden ter verantwoording van een contractuele wanprestatie.

  • Is de overmacht tijdelijk of definitief, en wat zijn de gevolgen?

Indien de uitvoering van de verbintenis definitief onmogelijk is geworden door overmacht, dan is de overeenkomst van rechtswege beëindigd. Partijen dienen desgevallend niet meer te presteren.

Indien het slechts tijdelijk onmogelijk een verbintenis uit te voeren, is de schuldenaar in principe verplicht de verbintenis verder uit te voeren vanaf het moment dat de situatie van overmacht voorbij is. Gedurende de overmacht blijft de overeenkomst bestaan, maar is de uitvoering ervan geschorst. Van zodra het niet meer onmogelijk is de contractuele verplichtingen na te komen, zal de schuldenaar de uitvoering van de overeenkomst dus zo snel als mogelijk moeten hervatten.

In sommige gevallen, zal door de opgelopen vertraging of de tijdelijke opschorting van de verplichtingen de overeenkomst echter ieder nut of betekenis verloren hebben. In dat geval zal de schuldenaar zijn verplichtingen evenmin moeten uitvoeren. Ook hier ligt de bewijslast weer bij de schuldenaar.

Er zijn geen algemene regels die bepalen wanneer een overeenkomst haar nut of betekenis heeft verloren door een situatie van overmacht. Het is steeds een erg feitelijke benadering.

Uit Belgische rechtsleer en rechtspraak, kunnen wel een aantal factoren worden afgeleid aan de hand waarvan kan worden vastgesteld of er al of niet sprake is van een definitieve of tijdelijke overmacht en hoelang die tijdelijke overmacht dan duurt.

Zo kan de vraag worden gesteld hoe voorspelbaar het einde van de omstandigheden is. In het kader van de coronacrisis, weten we dat er op een gegeven moment wel een einde zal komen aan de maatregelen genomen door de overheid. Ook een besmetting met de ziekte kent een ziekteverloop en een quarantaineperiode die eindig is. Voorlopig gelden de genomen maatregelen tot 5 april, met mogelijke verlenging tot midden of volgens sommige bronnen zelfs eind mei. De meeste dokters schrijven voor dat men na de laatste dag ziekte nog 14 dagen in quarantaine dient te blijven om het risico op besmetting uit te sluiten. Men zou dus kunnen stellen dat de situatie van overmacht dan eindigt, en dat onmiddellijk na beëindiging van de maatregelen of na het einde van een opgelegde quarantaine, de uitvoering moet worden hervat.

Maar ook wanneer er een einde wordt gesteld aan de situatie van overmacht, kan er sprake zijn van een definitieve overmacht. Dat zal zo zijn als de inhoud en draagwijdte van uw verplichtingen of die van uw contractpartij dramatisch wijzigen of veel zwaarder worden door de tijdelijke situatie van overmacht.

Van belang bij de beoordeling van het definitief karakter, is ook welke maatregelen kunnen worden genomen om aan de situatie te verhelpen. Partijen zijn – ook bij overmacht – steeds verplicht een overeenkomst te goeder trouw uit te voeren. Bij overmacht betekent dit dus dat u en uw contractpartij alle redelijke maatregelen dienen te nemen om de overeenkomst in stand te houden. Niet alleen de schuldenaar van de verplichting, maar ook de schuldeiser zal zijn medewerking hieraan moeten verlenen.

Hierin kadert ook de verplichting van de schuldenaar om zijn contractpartij tijdig in kennis te stellen van de overmacht. Deze kennisgeving gebeurt best schriftelijk, opdat hiervan later bij eventuele discussie het bewijs kan worden geleverd.

Bij de melding van de situatie van overmacht, wordt best ook ineens het nodige bewijs ter staving van de overmacht meegestuurd. Het is van belang dat de wederpartij voldoende geïnformeerd wordt.

Tot slot kan een op het eerste zicht tijdelijke situatie van overmacht, een definitief karakter krijgen wanneer er onredelijke inspanningen moeten worden geleverd om de tijdelijke situatie van overmacht te overbruggen. Denk bijvoorbeeld aan leveranciers van goederen die door een sluiting van de grenzen mogelijk torenhoge stockagekosten moeten betalen om de periode van sluiting te overbruggen.

  • Uitvoering wordt bemoeilijkt – geen overmacht, wel imprevisie?

Is de uitvoering van de overeenkomst nog mogelijk, maar wordt deze door de coronamaatregelen bemoeilijkt, dan kan u of uw contractspartij zich niet beroepen op overmacht.

Wel kan de zogenaamde “imprevisieleer” soelaas bieden. Deze leer is niet verankerd in Belgische wetgeving, maar kan onder specifieke omstandigheden mogelijk wel worden toegepast.

Het doel van de imprevisieleer is tegemoet te komen aan de situatie waarbij een contractspartij problemen ervaart om haar verbintenissen uit te voeren doordat de omstandigheden zijn gewijzigd nadat de overeenkomst tussen partijen werd gesloten.

Het uitvoeren van de verbintenis moet door die gewijzigde omstandigheden ernstig worden bemoeilijkt of verzwaard. Deze omstandigheden mogen niet te wijten zijn aan de partij die imprevisie inroept, en moeten bij het sluiten van de overeenkomst onvoorzienbaar zijn. Toegepast op de huidige maatregelen en gevolgen van de coronacrisis, kan dus in sommige gevallen sprake zijn van imprevisie.

U kan in geval van imprevisie uw contractspartij verzoeken de overeenkomst te heronderhandelen. Weigert de andere partij in te gaan op dit verzoek, maakt hij zich mogelijk schuldig aan een contractuele wanprestatie of zelfs rechtsmisbruik.

  • Conclusie

Een besmetting met het coronavirus, of de door de overheid genomen maatregelen om de verspreiding van het virus tegen te gaan kunnen in specifieke omstandigheden een situatie van overmacht uitmaken.

U gaat eerst en vooral best na of uw overeenkomst in een overmachtsclausule voorziet, hoe deze clausule is verwoord, of er voorschriften zijn voor de kennisgeving van een situatie van overmacht en welke maatregelen contractueel al omschreven zijn.

U of de contractpartij die zich hierop beroept zal het bewijs moeten leveren dat de situatie valt onder de omschrijving opgenomen in uw overeenkomst. Indien er geen omschrijving van deze situatie is in de overeenkomst dient u te bewijzen dat het onmogelijk is geworden de contractuele verplichtingen na te leven. Deze situatie moet onvoorzienbaar en onvermijdbaar zijn. Indien de overmacht van tijdelijke aard is, zal de uitvoering van de overeenkomst moeten worden hervat van zodra de situatie tot een einde komt. Ook in geval van overmacht hebben beide partijen de verplichting de overeenkomst te goeder trouw uit te voeren. Dit betekent dat een situatie van overmacht best zo snel als mogelijk (of binnen de contractueel daarvoor voorziene termijnen) wordt ter kennis gebracht aan de andere partij, en alle redelijke maatregelen worden genomen om de overmachtssituatie te doen stoppen.

Overmacht is en blijft een zeer feitelijke kwestie, die met inachtneming van alle aanwezige omstandigheden moet beoordeeld worden.

Indien u twijfels heeft over een door een contractpartij ingeroepen situatie van overmacht, of meent dat u zich hier zelf op dient te beroepen, kan Mr. Peters Bouts en Mr. Valerie Ghysen steeds contacteren voor een sluitend advies.