De passagier van een motorrijtuig die aan het stuur trekt is bestuurder. Hij is derhalve geen zwakke weggebruiker overeenkomstig art. 29bis WAM-wet.
Met het cassatiearrest van 7 september 2015 ( www.cass.be; C.14.0209. F) verlaat het Hof van Cassatie de restrictieve invulling van het begrip ‘bestuurder’ van artikel 29 bis van de WAM-wet.
Vóór dit arrest oordeelde het Hof van Cassatie dat “de bestuurder de persoon is die, op het ogenblik , het meesterschap over dat motorrijtuig heeft via de mechanische middelen waardoor hij het voertuig in een bepaalde richting kan sturen en die zodoende het vermogen van de motor beheerst.” ( Cass. 18 mei 2012, C.11.0628.F).
Het is niet meer noodzakelijk om aan de definitie van bestuurder te voldoen, om ook het vermogen van de motor te beheersen.
Het Hof van Cassatie oordeelde in haar arrest van 7 september 2015: “Van zodra de passagier aan het stuur trekt en , zelfs zonder de pedalen te gebruiken, de controle uitoefent over het motorrijtuig, wordt hij de bestuurder van de het motorrijtuig en komt hij niet meer in aanmerking voor vergoeding op grond van artikel 29bis van de WAM-wet.”