De Raad voor Vergunningsbetwistingen oordeelde in twee recente arresten van 12 januari 2023 dat de digitale kennisgeving via het Omgevingsloket onvolledig is. De gevolgen zijn niet mals: uitstel van het startpunt van de beroepstermijn met vier maanden.
In een eerste arrest[1] ging het om een aanvrager die zijn vergunning geweigerd zag in eerste aanleg en administratief beroep instelde bij de deputatie, die het beroep echter onontvankelijk verklaarde, want ingediend buiten de beroepstermijn van dertig dagen.
In een tweede arrest[2] ging het om een omwonende die beroep instelt bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen tegen een beslissing waarbij er aan een projectontwikkelaar een vergunning werd verleend. Zowel de deputatie die de vergunning afleverde, als de ontwikkelaar in kwestie wierpen ten overstaan van de Raad op dat het verzoek tot nietigverklaring laattijdig werd ingediend, want buiten de beroepstermijn van vijfenveertig dagen.
Als startpunt gold in beide procedures de digitale kennisgeving via het Omgevingsloket.
De Raad oordeelde in beide arresten dat een digitale kennisgeving van een vergunningsbeslissing via het Omgevingsloket een rechtsgeldige kennisgeving is.[3] De Raad verwijst hiervoor naar art. 2, eerste lid 2, 2° Omgevingsvergunningendecreet, dat een dergelijke kennisgeving als ‘een beveiligde zending’ kwalificeert en dus gelijkstelt met een betekening via aangetekende brief.
Wie denkt dat daarmee de kous af is, is mis. De Raad oordeelde immers in beide toepassingsgevallen dat er geen sprake was van een laattijdige indiening. Uit de digitale kennisgevingen via het Omgevingsloket blijkt immers – zo oordeelde de Raad – “niet duidelijk (…) dat er een beroepstermijn is beginnen lopen”.
Overeenkomstig art. II.21, eerste lid Bestuursdecreet moet bij de kennisgeving van een beslissing van individuele strekking die rechtsgevolgen heeft, worden vermeld of beroep tegen de beslissing kan worden ingesteld, bij welke instantie en binnen welke termijn. Als de kennisgeving niet voldoet aan die vereisten, start de termijn om een beroep in te dienen pas vier maanden na de kennisgeving.
De Raad oordeelde dat de kennisgevingen via het Omgevingsloket niet voldoen aan de voorschriften van art. II.21 Bestuursdecreet, gezien erin niet vermeld wordt 1) dat er beroep kan ingesteld worden, 2) bij welke instantie en 3) binnen welke termijn. Zodoende start de termijn om beroep in te stellen tegen de beslissing slechts vier maanden na de kennisgeving via het Omgevingsloket.
Verwacht wordt dat er spoedig zal ingegrepen worden en dat de berichten via het Omgevingsloket zullen aangepast worden. De gevolgen hebben immers een impact op de beoordeling van omgevingsvergunningsaanvragen en confronteert aanvragers die een vergunning hebben bekomen met een lange periode van rechtsonzekerheid.
[1] RvVb 12 januari 2023, rolnr. 2122-RvVb-0382-A.
[2] RvVb 12 januari 2023, rolnr. 2122-RvVb-0299-A.
[3] Tenminste voor zover het beroep dan wel de aanvraag via het digitale loket werd ingediend.