De Potpourri IV-wet van 25 december 2016 voert een nieuwe wrakingsgrond in die specifiek van belang is voor gerechtsdeskundigen (in werking op 09.01.2017).
Conform artikel 828 Ger.W. maakt een “tegenstrijdigheid van belangen” voortaan een uitdrukkelijke wrakingsgrond uit.
Artikel 966 Ger.W. bepaalt dat deskundigen gewraakt kunnen worden om dezelfde redenen als rechters. De oude bepaling van artikel 828 Ger.W. bood evenwel weinig soelaas. Deze voorzag het criterium van de “wettige verdenking”, maar het in vraag stellen van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van een deskundige werd zelden of nooit (h)erkend als een toepassing van de “wettige verdenking”.
De nieuwe wrakingsgrond verleent de partijen die de objectiviteit van een gerechtsdeskundige in vraag stellen, meer slagkracht.
Ook nieuw is de meldingsplicht die deskundigen voortaan hebben bij ieder mogelijk belangenconlict. Op basis van het nieuw ingevoegde artikel 972 § 1 Ger.W. moet de aangestelde deskundige binnen de 8 dagen vanaf de kennisgeving van de rechterlijke beslissing waarbij het deskundigenonderzoek wordt bevolen, de feiten en omstandigheden meedelen op grond waarvan zou kunnen worden getwijfeld aan zijn onafhankelijkheid of onpartijdigheid. Indien de rechter het aangewezen acht, wijst hij een nieuwe deskundige aan.