Het belang van een inschrijving bij de Kruispuntbank van Ondernemingen is allicht door elke ondernemer die een economische activiteit uitoefent voldoende gekend.
In een vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Turnhout van 14.04.2014 werd echter ook nog eens opnieuw het belang benadrukt dat een onderneming niet alleen een inschrijving neemt maar dit ook doet voor de activiteiten die zij gerechtigd is uit te oefenen en waarvoor zij een factuur heeft uitgeschreven.
Artikel 14 van de wet luidt immers als volgt :
“Indien de handels- of ambachtsonderneming wel in deze hoedanigheid is ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen, maar haar vordering gebaseerd is op een activiteit waarvoor de onderneming op de datum van de inleiding van de vordering niet is ingeschreven of die niet valt onder het maatschappelijk doel waarvoor de onderneming op deze datum is ingeschreven, is de vordering van die onderneming onontvankelijk.”
In het geschil dat voor deze Rechtbank werd behandeld, had de tegenpartij vastgesteld dat onze cliënt die de procedure aanhangig had gemaakt wel was ingeschreven in de KBO maar onder de verkeerde subklasse (Nacebel-code).
In het vonnis van 14.04.2014 verklaarde de Rechtbank de vordering onontvankelijk bij gebreke aan een correcte inschrijving in de KBO, ongeacht de activiteit waarvoor de factuur werd uitgeschreven kaderde binnen het maatschappelijk doel van de rechtspersoon en uit onderzoek tevens was gebleken dat de client bij aanvang van haar activiteit wel een correcte inschrijving was genomen in het toenmalige handelsregister doch bij de overzetting van de gegevens naar de KBO in 2003 door de beheerders van de KBO een materiële vergissing werd begaan waardoor de inschrijving naar een verkeerde Nacebel code was omgezet
Tegen deze beslissing werd hoger beroep aangetekend.
In een recent arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen werd het eerste vonnis hervormd en heeft het HOF aanvaard dat uit de voorgelegde stukken voldoende bleek dat de beheerders van de KBO een vergissing hadden begaan en deze vergissing kosteloos en met terugwerkende kracht hadden rechtgezet.
Aldus aanvaardde het Hof dat onze cliënt vanaf 01.01.2008 wel een correcte inschrijving in de Kruispuntbank had en werd de initiële vordering ontvankelijk en vervolgens ook gegrond verklaard.
De tegenpartij had voorgehouden dat elke ondernemer bij de omzetting naar de Kruispuntbank een actieve informatieverplichting had om na te gaan dat deze omzetting juist gebeurd was en zij ook vanaf dan een correcte inschrijving had in de KBO.
Het Hof heeft deze stelling niet gevolgd.
Niettemin blijkt uit deze rechtspraak nogmaals het grote belang van de (juiste) inschrijving in de Kruispuntbank van ondernemingen, temeer daar de sanctie onherroepelijk is en zowel de afwezigheid van inschrijving als de foutieve inschrijving in de loop van de procedure niet meer kan worden rechtgezet..