Het “Groentenarrest” kwam recent weer in de belangstelling naar aanleiding van een radioprogramma op de openbare omroep waar een dame haar beklag deed over het feit dat zij niet werd vergoed voor de schade die zij opliep, nadat zij in een supermarkt in de groentenafdeling over een radijs was uitgegleden.
De plaats waar men uitglijdt is belangrijk. Een radijs op de vloer van in de groentenafdeling is niet onvoorzienbaar en maakt de vloer niet gebrekkig.
In haar arrest van 13.12.2019 sprak het Hof van Beroep te Antwerpen zich uit over een andere zaak waar een dame in de wandelgangen van een winkelcentrum uitgleed over de tegelvloer die nog nat was, nadat een poetsbedrijf daar met een schrobmachine aan het werk was geweest.
De dame kwam ten val en brak haar been.
Twee getuigen snelden ter hulp. Zij belden de hulpdiensten. De politie kwam later ook ter plaatse. De getuigen bevestigden later dat de tegelvloer nat was en dat zij gezien hebben dat de dame ingevolge de natte vloer ten val kwam.
De dame stelde zowel het winkelcentrum als het poetsbedrijf aansprakelijk voor het ongeval voor de door haar geleden schade. Het winkelcentrum werd aangesproken op grond van art. 1384 lid BW , als bewaarster van een gebrekkige zaak. Het poetsbedrijf was aansprakelijk op grond van art. 1382-1383 BW, namelijk onvoorzichtigheid en het niet plaatsen van afdoende signalisatie voor de werken.
Het winkelcentrum en het poetsbedrijf betwisten de aansprakelijkheid op de volgende gronden:
- De dame zou niet bewijzen welk traject zij precies had afgelegd in het centrum en waar zij precies was gevallen.
- Er waren geen foto’s van de vloer van op het ogenblik van de feiten. Was de vloer wel nat?
- De objectiviteit van de getuigen werd in twijfel getrokken.
- Het schrobmachine zou geen water achterlaten op de vloer.
- Er zou “enkele tientallen meters verder” een waarschuwingsbord hebben gestaan ivm de reinigingswerken en indien de vloer nat zou geweest zijn was dit zichtbaar.
- De dame zou gewoon gevallen zijn dooronoplettendheid en niet zijn uitgegleden op de natte vloer.
Het Hof oordeelde dat de feiten bewezen waren en dat de dame zelf geen enkele fout had begaan en zich niet aan een natte vloer diende te verwachten en veroordeelde het winkelcentrum en het poetsbedrijf tot vergoeding van de schade.
– Het staat op grond van overeenstemmende getuigenverklaringen vast dat in casu geen afdoende signalisatie voorhanden was om de natte vloer te signaleren. Eén bord enkel tientallen meters verder volstaat niet. Er dienen voldoende waarschuwingsbordjes geplaatst te worden die voldoende zichtbaar zijn en die kunnen worden opgemerkt voor ieder normaal voorzichtig bezoeker van het winkelcentrum.
– Precies de afwezigheid van deze voldoende zichtbare waarschuwingsbordjes maakte dat de natte vloer in het voor het grote publiek toegankelijke winkelcentrum een abnormaal kenmerk vertoonde in de zin van art. 1384 lid 1 BW, dat van aard was schade aan derden te veroorzaken.
Advocaat