Een verkavelingsvergunning bevat bouwvoorschriften die de (toekomstige) eigenaar moet naleven. Een afwijking hierop in het (bouw)aanvraagdossier leidt in principe tot een weigering. Een heel aantal oudere verkavelingen zijn gebaseerd op verouderde “visies en denkbeelden over ruimtelijke ordening”: ruime percelen; ééngezinswoningen in open bebouwingsverband; beperkte bouwhoogtes; restricties inzake materiaalgebruik; verouderde esthetische voorschriften en voorschriften inzake tuinconstructies … Dit staat haaks op de doelstelling om het ruimtelijk rendement te verhogen (cf. betonstop).
Daarom heeft de Vlaamse decreetgever einde 2017 voorzien dat verkavelingsvoorschriften van verkavelingen die bij het indienen van de vergunningsaanvraag ouder zijn dan vijftien jaar, op zich niet langer een weigeringsgrond vormen voor de aangevraagde vergunning, tenzij het gaat om voorschriften inzake wegenis en openbaar groen. Het grondwettelijk hof heeft zich recent moeten buiten over de vraag of dit geen discriminatie inhoudt ten opzichte van eigenaars van verkavelingen die minder dan vijftien jaar oud zijn.
In zijn arrest van 16 september 2021 heeft het hof geoordeeld dat dit geen discriminatie uitmaakt. De decreetgever is ervan uitgegaan dat verkavelingen, ingevolge de vervalregeling, doorgaans grotendeels zijn uitgevoerd na verloop van een termijn van vijftien jaar. Daarna is er op het terrein eigenlijk een kader gecreëerd aan de hand waarvan een vergunningsaanvraag kan worden beoordeeld op de verenigbaarheid ervan met een goede ruimtelijke ordening (d.w.z. nagaan of het aangevraagde project ruimtelijk in de onmiddellijke – op dat ogenblik bestaande – omgeving past). Daarom acht het grondwettelijk hof de gekozen houdbaarheidsdatum van vijftien jaar verantwoord.
De burger kan immers niet verwachten dat de toestand binnen zijn omgeving steeds ongewijzigd zou blijven. Niettemin blijven een aantal beschermingsmechanismen overeind. Zo blijft de vergunningverlenende overheid verplicht een openbaar onderzoek te organiseren, wanneer een aanvraag afwijkt van de (meer dan vijftien jaar oude) verkavelingsvoorschriften. De omwonenden kunnen dan nog steeds opmerkingen formuleren over de inpasbaarheid van het project binnen de – op dat ogenblik – bestaande omgeving.