Ons strafwetboek is een misdrijf rijker, met name “voyeurisme”.
Op 19 februari 2016 verscheen in het Belgische Staatsblad de wet van 1 februari 2016 die voyeurisme strafbaar stelt.
De noodzaak tot wetgevend ingrijpen kwam er nadat ons hoogste rechtscollege in een arrest van 27 november 2013 besliste dat daden van voyeurisme niet vallen onder de bestaande regelgeving inzake “aanranding van de eerbaarheid”.
Voor aanranding van de eerbaarheid zonder daadwerkelijk fysiek contact is immers vereist dat, zo meent het Hof van Cassatie, op het ogenblik van het heimelijk filmen het slachtoffer betrokken is bij de onzedige handelingen. (Cass., P.13.0714.F).
Wetgevend ingrijpen drong zich na 27 november 2013 reeds op, maar eerst dienden er enkele ophefmakende vrijspraken tussen te komen vooraleer de wetgever wakker schoot.
Tot op dat moment was de lagere rechtspraak gevestigd dat voyeurisme strafbaar was als vorm van aanranding van de eerbaarheid. (zie Limburgs Rechtsleven, 2012,148 met noot I. Delbrouck.)
In die periode verdedigde ons kantoor een man die op de markt te Genk met een camera die verstopt zat in een tas filmde onder de rokken van dames. Het Hof van Beroep te Antwerpen was toen nog van oordeel dat hij zich schuldig maakte aan aanranding van de eerbaarheid ook al was er op dat moment geen contact en ook niet de minste argwaan bij de slachtoffers.
Het liep helemaal verkeerd met de ophefmakende zaak rond de basketbalcoach die zijn speelsters heimelijk filmde en vervolgd werd voor feiten van aanranding van de eerbaarheid. De Hasseltse Correctionele Rechtbank veroordeelde hem nog tot een gevangenisstraf van 18 maanden maar in graad van beroep vorderde het Parket zelf de vrijspraak op basis van de gewijzigde cassatierechtspraak.
Bij daaropvolgend arrest van 6 mei 2015 sprak het Hof van Beroep te Antwerpen de basketbalcoach vrij.
Minister van Justitie Koen Geens kondigde de dag nadien prompt aan dat hij op korte termijn een initiatief zou nemen.
Merkwaardig aangezien dat initiatief al eerder door kamerlid Patrick Dewael genomen was op 10 december 2014 in een wetsvoorstel dat ertoe strekte voyeurisme strafbaar te stellen.
Dit wetsvoorstel werd van onder het stof gehaald en leidde tot de nieuwe wet.
De nieuwe wet van 1 februari 2016 voegt, naast de tot dusver bekende seksuele misdrijven van aanranding van de eerbaarheid en verkrachting, een derde misdrijf in, met name voyeurisme.
De zeer ruime delictsomschrijving valt op.
Niet enkel het observeren, doen observeren, maken of doen maken van beeld- of geluidsopnames zijn strafbaar maar tevens ze tonen, toegankelijk maken of verspreiden, ook al zijn de opnames gemaakt met instemming.
Volgens een strikte lezing van de wet zou het filmen of fotograferen van je spelende spruit op het strand met toevallig op de achtergrond een dame zonder bovenstukje, en vervolgens het delen van dat filmpje of foto via de sociale media, je wel eens tot in de correctionele rechtszaal kunnen brengen.
De begrippen die de wetgever hanteert zijn weinig precies omschreven.
Zo dient het te gaan over personen die “ontbloot” zijn zonder dat geweten is in welke mate ontbloot.
Verder spreekt men over beelden gemaakt in omstandigheden waar hij in redelijkheid kan verwachten dat zijn persoonlijke levenssfeer niet zal worden geschonden.
Er zal zich rechtspraak gaan vormen over wat onder die begrippen dient te worden verstaan
Verder stelt de wetgever strafbaar het tonen, toegankelijk maken of verspreiden van beeld- of geluidsopnames van ontblote personen of een persoon die een expliciete seksuele daad stelt zonder diens toestemming of buiten diens medeweten, ook al heeft die persoon ingestemd met het maken ervan.
Deze bepaling houdt in dat seksueel getinte foto’s, filmpjes of geluiden nooit mogen worden getoond, toegankelijk gemaakt of verspreid.
Immers, de wet zegt klaar en duidelijk “ook al heeft die persoon ingestemd met het maken ervan”. Die laatste zinssnede lijkt fundamenteel tegenstrijdig met het meest essentiële aan voyeurisme hetgeen steeds iets “heimelijk” in zich sluit. P-magazine en Playboy zijn er kennelijk tijdig mee gestopt.
Wij kijken vol verwachting uit naar de eerste rechtszaken die in de rechtszalen zullen vertoond worden met in de hand van de procureur dit nieuwe zwaard.
Het zal wel nog even wachten zijn gezien deze wet pas van toepassing is op feiten die zich voordoen vanaf 29 februari 2016.
Pas op met door het sleutelgat te gluren !
Mr. Jan Swennen