Geef een zoekterm in en druk op “enter”.

Nieuwe toepassingsvereiste wanneer een aanvrager wenst gebruik te maken van de afwijkingsmogelijkheden in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening: motiveren is de boodschap!

  • Bestuurs- en Omgevingsrecht

Met het decreet van 17 mei 2024 houdende diverse bepalingen over omgeving, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening (verkort het ‘Verzameldecreet Omgeving’)[1] werd een algemene bepaling, nl. artikel 4.4.1./0 VCRO, toegevoegd in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (verkort VCRO) onder het hoofdstuk over de afwijkingsmogelijkheden van stedenbouwkundige voorschriften.

Het principe bij elke omgevingsvergunningsaanvraag is dat deze in overeenstemming moet zijn met de stedenbouwkundige voorschriften (art. 4.3.1., §1, 1°, a) VCRO). Dit zijn kortweg de voorschriften die bepalen op welke wijze een perceel kan bebouwd worden. Het kan dan zowel gaan om bestemmings- als inrichtingsvoorschriften.

De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening voorziet op dit principe in een aantal uitzonderingen. Deze zijn opgenomen onder hoofdstuk IV Afwijkingen van stedenbouwkundige voorschriften.

Het is aan het begin van dit hoofdstuk dat de nieuwe algemene bepaling art. 4.4.1./0 VCRO, bijna geruisloos, werd ingevoegd.

Dit artikel bepaalt dat er slechts toepassing kan worden gemaakt van de afwijkingsmogelijkheden “op gemotiveerd verzoek” van de aanvrager. M.a.w. enkel wanneer de aanvrager zich in de aanvraag zelf gemotiveerd beroept op een afwijkingsmogelijkheid kan de overheid deze afwijkingsmogelijkheid toepassen. Of anders gesteld wanneer afwijkingen van de voorschriften in de aanvraag niet worden gemotiveerd door de aanvrager, kunnen de afwijkingsbepalingen niet toegepast worden met als gevolg dat vergunning geweigerd zou moeten worden.

Art. 4.4.1/0 VCRO voegt m.a.w. een nieuwe toepassingsvoorwaarde toe aan de bestaande regeling. In de voorbereidende werkzaamheden[2] wordt uitgelegd dat de nieuwe bepaling als voordeel heeft dat de vergunningverlenende overheid niet zelf meer op zoek moet gaan naar welke afwijkingsbepalingen mogelijks zouden kunnen worden toegepast en dat deze bovendien ook versterkend kan werken om de motiveringsplicht van de overheid te onderbouwen.

Vanaf 20 juli 2024 (datum van inwerkingtreding van het nieuwe artikel 4.4.1./0 VCRO) wordt aldus van de aanvrager verwacht dat hij zijn aanvraag grondig screent op overeenstemming met de stedenbouwkundige voorschriften en desgevallend uitdrukkelijk motiveert in de verantwoordingsnota wanneer en waarom om de toepassing van de afwijkingsbepalingen wordt gevraagd.

 

 

[1] B.S. 10.07.2024

[2] Parl. St. Vl. Parl. 2023-24, nr. 2182/1, 53-54