Recent werd de Algemene Wet van 18 juli 1997 inzake Douane en Accijnzen (AWDA) gewijzigd vanuit de noodzaak om deze wet beter af te stemmen op de vereisten van de PIF-richtlijn.
De PIF-richtlijn (“protection des intérêts financiers”) werd op 5 juli 2017 aangenomen ter bescherming van de financiële belangen van de EU, meer bepaald vanuit de bedoeling om misdrijven tegen de EU-financiën beter te kunnen vervolgen en bestraffen en de terugvordering van verkeerd gebruikte EU-middelen te vergemakkelijken.
Deze richtlijn diende op 6 juli 2019 in onze Belgische rechtsorde omgezet te worden.
Met de wet van 9 december 2019 (BS 18 december 2019; inwerkingtreding 28 december 2019) wordt de AWDA in overeenstemming gebracht met de PIF-richtlijn.
In een notendop hebben de wijzigingen aan deze wet betrekking op het moreel element (opzet), op de bestraffing van de poging en op het voorzien van een maximumstraf in geval van aanzienlijke schade aan de financiële belangen van de EU.
Een greep uit de gewijzigde bepalingen:
– Indien er sprake is van bedrieglijk opzet, wordt elke verkeerde aangifte inzake douanevervoer vastgesteld op het kantoor van vertrek voortaan gestraft (artikelen 220 tot 225, 227, 229 en 230 of in artikel 231 AWDA).
– Wanneer na het afsluiten van het certificaat van verificatie binnen een termijn van drie jaar wordt vastgesteld dat de rechten of de accijnzen, wettelijk verschuldigd op de aangegeven goederen, niet of niet volledig werden geïnd wegens een strafrechtelijk vervolgbare handeling, bepaalt artikel 202 AWDA dat de ontdoken rechten of de accijnzen moeten worden betaald of wel door de belastingschuldige die, hetzij primair, hetzij subsidiair gehouden is tot de betaling van die belastingen, of wel door zijn rechtverkrijgenden.
Artikel 202 AWDA bepaalt hierop als strafrechtelijke sanctie: een geldboete van vijf- tot tienmaal de ontdoken belastingen en bij herhaling daarenboven een gevangenisstraf van acht dagen tot een maand, zonder dat toepassing mag worden gemaakt van artikel 228 AWDA.
De wet van 9 december 2019 voegt hieraan toe dat de gevangenisstraf 8 dagen tot een maand bedraagt ingeval van bedrieglijk opzet.
Indien er sprake is van bedrieglijk opzet en daarenboven de financiële belangen van de EU ernstig worden geschaad, bedraagt de wettelijk bepaalde gevangenisstraf 4 maand tot 5 jaar. Wanneer er een schade is van meer dan 100.000 euro, worden de financiële belangen van de EU in elk geval geacht ernstig geschaad te zijn.
– Inzake invoer-en uitvoer zonder aangifte, bepaalt artikel 220 AWDA dat elke schipper van een zeeschip, of patroon van om ’t even welk vaartuig, elke vervoerder, geleider, drager, en alle andere personen, die bij binnenkomst of uitgang pogen, hetzij op het eerste, hetzij op elk ander daartoe aangewezen kantoor, de vereiste aangiften niet te doen en die aldus trachten de rechten van de Schatkist te ontduiken, elke persoon bij wie een door de van kracht zijnde wetten verboden opslag wordt gevonden, worden gestraft met een gevangenisstraf van ten minste vier maanden en ten hoogste een jaar.
Ingeval van bedrieglijk opzet of oogmerk te schaden en wanneer die inbreuken ofwel worden gepleegd in het raam van ernstige fiscale fraude, al dan niet georganiseerd, ofwel de financiële belangen van de EU ernstig hebben of zouden hebben geschaad en hij die zich in een geval van herhaling bevindt worden gestraft met een gevangenisstraf van 4 maand tot 5 jaar. Wanneer er een schade is van meer dan 100.000 euro, worden de financiële belangen van de EU in elk geval geacht ernstig geschaad te zijn.
– Zulks geldt ook mbt de niet-naleving van de voorwaarden die de toekenning van een gunstiger belastingstelsel rechtvaardigen (art. 256 AWDA). Voortaan worden de overtreders, indien zij de overtredingen met bedrieglijk opzet gepleegd hebben of getracht hebben te plegen, bovendien gestraft met een gevangenisstraf van 8 dagen tot een maand.
Indien de overtreders de in de eerste paragraaf bedoelde overtredingen met bedrieglijk opzet gepleegd hebben en de financiële belangen van de EU ernstig hebben geschaad, worden zij gestraft met een gevangenisstraf van 4 maand tot 5 jaar. Ook hier worden de financiële belangen van de EU geacht geschaad te zijn, wanneer er een schade is van meer dan 100.000 euro.
– In artikel 257 AWDA is voortaan ook de poging strafbaar voor wie zonder voorafgaande toelating een andere bestemming geeft of tracht te geven aan de goederen vermeld in de douanedocumenten § 1 van dit artikel dan degene die daarin uitdrukkelijk is aangeduid.
– Artikel 259 AWDA bestraft het gebruik of de overlegging van valse, onnauwkeurige of onvolledige attesten, facturen of documenten met de bedoeling de douane te bedriegen, die kunnen beantwoorden aan de definitie van fraude waardoor de financiële belangen van de EU worden geschaad.
Waar voorheen de sanctie (gevangenisstraf van 8 tot 30 dagen) enkel gold ingeval van recidive, wordt deze thans uitgebreid tot alle in artikel 259 AWDA bedoelde strafbare feiten.
Indien de overtreder de financiële belangen van de EU ernstig heeft geschaad, wordt hij gestraft met een gevangenisstraf van 4 maand tot 5 jaar. De financiële belangen van de EU worden geacht geschaad te zijn, wanneer er een schade is van meer dan 100.000 euro.