In België is strafuitvoering behoorlijk complex.
Die complexiteit wordt versterkt door het feit dat de voorwaarden voor vervroegde vrijlating voortdurend wijzigen. De Minister wijzigt die criteria in een omzendbrief.
Hieronder geven wij u bondig de termijnen weer zoals die op dit ogenblik van toepassing zijn. Als u deze tekst leest bijvoorbeeld eind 2017, is het mogelijk dat de situatie weer anders is.
Voorzichtigheid is bovendien geboden. Immers, steeds moet gekeken worden naar de individuele situatie van de gedetineerde. Recidive, hangende zaken, Europese aanhoudingsbevelen, voorwaarden opgelegd door rechtbank of onderzoeksrechters, kunnen tot gevolg hebben dat de termijnen die hieronder zijn vermeld, niet van toepassing zijn.
Een korte gevangenisstraf is een straf van niet meer dan 3 jaar. De totaliteit van de verschillende veroordelingen dient te worden opgeteld om die drempel te bepalen.
Indien de rechtbank een hoofdgevangenisstraf oplegt niet meer dan drie jaar en de veroordeelde bevindt zich niet in hechtenis op het moment dat de straf in uitvoering wordt gesteld, komt hij in principe in aanmerking voor elektronisch toezicht ( enkelband ) voor de uitvoering van de gevangenisstraf. Essentieel is dat de veroordeelde zich aanbiedt in de gevangenis binnen de vijf dagen nadat hij het gevangenisbriefje ontvangt. Het gevangenisbriefje dient steeds te worden afgewacht. Een veroordeelde kan zich niet spontaan aanbieden in de gevangenis voor strafuitvoering. Hij zal niet binnen mogen. Als die veroordeelde elektronisch toezicht aanvraagt, wordt de strafuitvoering onderbroken en dient de veroordeelde te wachten (doorgaans enkele maanden) totdat hij wordt uitgenodigd zijn enkelband aan te doen.
Voor welke periode wordt nu een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaar in de praktijk uitgevoerd?
In juni 2017 heeft de minister beslist de hechtenisperiodes bij korte gevangenisstraffen te verkorten. Voorheen was het doorgaans invrijheiddstelling na 1/3 van de straf.
De Belgische gevangenissen zijn immers overbevolkt waardoor Europa ons land om de haverklap op de vingers tikt. Veroordelingen dreigen en de cipiers nemen zich voor te staken. De minister neemt dan ook maatregelen om de gevangenispopulatie beneden de 10 000. te houden.
Ziehier de hechtingsperiodes voor de korte gevangenisstraffen.
De definitief veroordeelde voor wie het totaal van de hem opgelegde hoofdgevangenisstraf meer dan zes maanden en ten hoogste drie jaar bedraagt, wordt als volgt voorlopig in vrijheid gesteld ;
- ° meer dan 6 maanden en ten hoogste 7 maanden gevangenisstraf ; vrij na 1 maand hechtenis
- ° meer dan 7 maanden en ten hoogste 1 jaar gevangenisstraf ;vrij na 2 maanden hechtenis
- ° meer dan 1 jaar en ten hoogste 2 jaar gevangenisstraf ; na 4 maanden hechtenis
- ° meer dan 2 jaar en ten hoogste 3 jaar gevangenisstraf ; vrij na 8 maanden hechtenis
De definitief veroordeelden tot een vervangende gevangenisstraf voor de werkstraf, voor het elektronisch toezicht en voor de autonome probatie straf worden navolgende termijn hechtenis in voorlopige in vrijheid gesteld ;
- ° niet meer dan 4 maanden ; na 15 dagen hechtenis.
- ° meer dan 4 maanden en ten hoogste 7 maanden ; na 1 maand hechtenis.
- ° meer dan 7 maanden en ten hoogste 1 jaar ; na 2 maanden hechtenis.
- ° meer dan 1 jaar en ten hoogste 2 jaar ; na 4 maanden hechtenis.
- ° meer dan 2 jaar en ten hoogste 3 jaar ; na 8 maanden hechtenis.
Mr. Jan Swennen
10 augustus 2017