Nooit eerder werd ons land getroffen door een grotere terreuraanslag dan die van 22.3.2016 waarbij tot dusver 32 doden en 340 gewonden te betreuren vielen. Het is dan ook een evident prioritaire taak van de overheid de slachtoffers te helpen.
Binnen de reeds lang bestaande organisatie van het Fonds voor Slachtoffers voor opzettelijke gewelddaden is er een uniek loket opgericht om hulpaanvragen in te dienen.
Uit het perscommuniqué van 22.04.2016 blijkt dat er onder leiding van de ministers van Sociale Zaken en van Defensie een statuut van nationale erkenning is uitgewerkt en dat er proactief contact zal worden gezocht met de slachtoffers en hun nabestaanden om hen te begeleiden naar de gepaste ondersteuning.
Statuut nationale erkenning
Dit statuut is vergelijkbaar met dat van de oorlogsslachtoffers en garandeert noodhulp aan Belgische slachtoffers van terreurdaden.
Afhankelijk van het geval kunnen ze rekenen op:
- een gegarandeerd pensioen;
- de levenslange en volledige terugbetaling van medische kosten (fysieke en psychisch) die het gevolg zijn van de aanslagen;
- een slachtofferkaart die hen bepaalde voordelen biedt.
- het maximumplafond voor noodhulp (financiële hulp nog voor het vooronderzoek en de gerechtelijke procedure zijn afgelopen) wordt opgetrokken van 15.000 naar 30.000 euro;
- het maximumplafond voor hoofdhulp (tegemoetkoming voor de geleden schade) wordt opgetrokken van 62.000 naar 125.000 euro; dit geldt voor zowel de fysieke als psychisch menselijke schade.
- er is geen vonnis door de rechter nodig om aanspraak op hulp te maken in geval van terreurdaden;
- landgenoten die het slachtoffer worden van terreurdaden in een land buiten België waar geen regeling bestaat voor dit soort gebeurtenissen, kunnen eveneens hulp krijgen van het Slachtofferfonds. Deze regeling treedt in werking met terugwerkende kracht. Hierdoor zouden bijv. Belgische slachtoffers van de aanslag in Sousse in Tunesië ook een verzoek tot ondersteuning kunnen indienen;
- het dossier dient ten laatste 3 jaar na de feiten ingediend zijn.
Buitenlandse slachtoffers kunnen alleen van deze regeling genieten indien zij in België hun verblijfplaats hebben.
Financiële noodhulp
Via het Slachtofferfonds kunnen de slachtoffers en hun nabestaanden, in afwachting van een statuut van nationale erkenning, ook aanspraak maken op financiële noodhulp.
Het Slachtofferfonds wordt gevraagd om een forfaitair voorschot van 5.000 euro toe te kennen aan de gehospitaliseerde slachtoffers (voor de hospitalisatiekosten) en aan de naasten van de overleden slachtoffers (voor de begrafeniskosten) op eenvoudige aanvraag, zonder voorlegging van facturen. Alle slachtoffers die een aanvraag indienen, kunnen rekenen op financiële hulp die ook hun morele schade dekt.
De termijnen om uitbetaling/voorschot te krijgen zijn korter dan in een gewoon geval van tussenkomst van het slachtofferfonds.
Het gaat niet om een integrale schadevergoeding, maar om financiële hulp.
De Commissie houdt verder rekening met de solvabiliteit en de eventuele afbetalingen van de dader, de tussenkomst van de mutualiteit of de arbeidsongevallenverzekeraar en de eventuele vergoeding op basis van een private verzekering.
Er zijn drie soorten hulp: noodhulp, hoofdhulp en aanvullende hulp
- De hoofdhulp is het bedrag dat de Commissie als financiële tegemoetkoming voor de geleden schade toekent.
- Zonder de afloop van het vooronderzoek en de gerechtelijke procedure af te wachten, kan de Commissie ook een noodhulp toekennen. Meer bepaald wanneer elke vertraging bij de toekenning van de hulp een aanzienlijk nadeel zou berokkenen aan het slachtoffer. Bijvoorbeeld wanneer hij over een bescheiden inkomen beschikt en ingevolge de gewelddaad met aanzienlijke medische kosten geconfronteerd wordt. Wanneer het slachtoffer oplopende medische kosten aantoont, wordt de hoogdringendheid verondersteld.
- Wanneer het nadeel kennelijk toeneemt na de toekenning van de hoofdhulp, kan het slachtoffer om een aanvullende hulp verzoeken.
Wij kunnen U behulpzaam zijn bij het indienen van een verzoekschrift waartoe een specifieke procedure dient gevolgd. Verzoeken kunnen nog tot 22.03.2019 worden ingediend.