Het Europees Comité inzake de voorkoming van foltering (CPT) heeft afgelopen maand een vernietigend rapport geschreven waarin de toestand in de Belgische gevangenissen, vooral tijdens stakingen, aan de kaak wordt gesteld.
Er wordt meer bepaald grote bezorgdheid geuit over de ernstige consequenties die in de lente van 2016 voortvloeiden uit de staking in bepaalde gevangenissen. Door de wekenlange actie van het gevangenispersoneel tegen de rationaliserings- en besparingsplannen van minister van Justitie Koen Geens, kregen vele gevangenen onvoldoende medische zorgen, en ook slechts in beperkte mate douches, warme maaltijden en wandelingen op de binnenplaats. Het Comité spreekt van een “exceptionally serious problem, which should not arise in a Council of Europe member state”.
Het publiekelijk op de vingers tikken van ons land moet een duidelijk signaal zijn om daadkrachtig op te treden. Er dient een minimum dienstverlening voorzien te worden.
Minister Geens laat weten dat aan een wetsontwerp wordt gewerkt.
In afwachting heeft Nederland begin augustus de overlevering van een aantal verdachten opgeschort. De rechtbank wilde eerst onderzoeken of “gedetineerden in Belgische gevangenissen in het algemeen een reëel gevaar van onmenselijke of vernederende behandeling lopen”. Opvallend was dat de Internationale Rechtshulpkamer deze beslissing nam buiten een periode van stakingen.
Na garantie door de Belgische autoriteiten dat de verdachten na overlevering worden gedetineerd in een inrichting die voldoet aan de internationale richtlijnen, werd vorige week toch groen licht gegeven zodat de gevraagde overlevering kan doorgaan.