Geef een zoekterm in en druk op “enter”.

Versoepeling verdeelwetgeving

  • Familierecht

De wetgever heeft vanaf 1 januari 2016 opnieuw een wijziging ingevoerd op het verdeelrecht dat moet betaald worden bij de uitonverdeeldheidtreding van onroerende goederen tussen voormalige partners.

Indien een onroerend goed, gelegen in Vlaanderen, in onverdeeldheid toebehoort aan meerdere eigenaars en één van deze mede-eigenaars neemt de delen van de andere over, is er in Vlaanderen in principe een verdeelrecht verschuldigd van 2,5% te rekenen op de verkoopwaarde van het volledige onroerend goed.

De wetgever was uiteindelijk van oordeel dat het onbillijk was om een verdeelrecht van 2,5 % toe te passen indien het stopzetten van de onverdeeldheid er kwam ten gevolge van een relatiebreuk. Scheiden doet immers al genoeg lijden.

Vanaf 1 januari 2015 werd, onder bepaalde voorwaarden, het verdeelrecht voor deze categorie personen dan ook verlaagd van 2,5 % naar 1%.  In de volksmond wordt ook wel eens gesproken van de “miserietaks”.

Het gaat hierbij zowel om ex-wettelijk samenwonenden die minstens één jaar wettelijk hebben samengewoond als om voormalige echtgenoten die van het verlaagd tarief van 1% kunnen genieten. Feitelijke samenwoners die beslissen hun relatie te stoppen en hun onroerend goed in onverdeeldheid aan de andere partner te verkopen komen niet voor deze gunstmaatregel in aanmerking. Zij zullen desgevallend het verdeelrecht van 2,5% verschuldigd blijven.

Om ook daadwerkelijk het verlaagde tarief van 1% te kunnen toepassen, dienen er bijkomend nog een aantal voorwaarden vervuld te zijn, voorwaarden die vanaf 1 januari 2016 echter versoepeld worden ingevolge het decreet van de Vlaamse Overheid houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2016 van 18 december 2015.

1) Bij beëindiging van het wettelijk samenwonen

Waar voordien vereist was dat de verdeling van het onroerend goed gebeurde binnen het jaar na de beëindiging van het wettelijk samenwonen, wordt deze termijn ingevolge voormeld decreet verlengd tot drie jaar.

De voorwaarde dat het wettelijk samenwonen minstens één jaar moet geduurd hebben, blijft wel nog steeds gelden.

2)  Bij echtscheiding

Het verlaagde tarief  van 1% kan worden toegepast van zodra het gaat om een verdeling van onroerende goederen die plaatsvindt na echtscheiding of die uitwerking heeft door de echtscheiding.

De voorwaarde dat de verdeling van het onroerend goed dient te gebeuren bij de akte die de vereffening-verdeling van de huwgemeenschap regelt, vervalt aldus.

Dit heeft tot gevolg dat wanneer men op het moment van de vereffening-verdeling beslist om een woning in onverdeeldheid te laten en één van de ex-echtgenoten de woning pas jaren later overneemt, men op dat moment nog steeds kan genieten van het verlaagde tarief.

In tegenstelling tot vroeger, waar bij een echtscheiding door onderlinge toestemming vereist was dat de verdeling gebeurde bij de authentieke akte, valt vanaf 1 januari 2016 ook een verdeling of afstand die wordt overeengekomen in een onderhandse regelingsovereenkomst onder de gunstmaatregel.