Er bestaat vandaag (nog) geen algemene vaccinatieplicht tegen het coronavirus in België. Volwassenen kunnen nog steeds zelf beslissen of ze al dan niet gevaccineerd worden. Maar hoe zit het met kinderen (vanaf 5 jaar) die nu ook nagenoeg allemaal een uitnodiging voor een eerste prik ontvangen hebben? Hebben zij de toestemming van hun ouders nodig en wat als ouders en/of kind van mening verschillen?
Ouders kiezen voor hun kind
Een kind kan in principe niet gevaccineerd worden zonder de toestemming van de ouders en moet dan ook samen met een ouder naar het vaccinatiecentrum komen. Als ouder geef je die toestemming door fysiek aanwezig te zijn bij de vaccinatie. De toestemming van de niet-aanwezige ouder wordt vermoed. Er is geen uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van beide ouders vereist.
Het kind mag ook alleen komen, maar moet dan een door de ouder(s) ondertekende toestemmingsbrief voorleggen. De toestemmingsbrief van één van de ouders, geldt ook als toestemming van de andere ouder, tenzij die uitdrukkelijk de vaccinatie van het kind geweigerd heeft.
Voor kinderen tussen 16 en 18 jaar is het wel enigszins anders: omdat zij “medisch meerderjarig” zijn, worden zij in staat geacht zelf te kunnen beslissen over een vaccinatie en moeten zij geen toestemming van de ouders hebben. Wanneer zij zich in het vaccinatiecentrum aanbieden, worden zij gevaccineerd. Omgekeerd kunnen ouders hun 16 tot 18-jarige kinderen ook niet verplichten zich te laten vaccineren.
Wanneer een kind tussen 12 en 15 jaar vraagt om gevaccineerd te worden, zonder dat hier een ouder bij aanwezig is en er geen toestemmingsbrief van de ouder(s) voorligt, dan zal de arts in het vaccinatiecentrum na een gesprek met het kind beoordelen of het al dan niet gevaccineerd kan worden.
Wat als ouders het niet met elkaar eens zijn?
Uitgangspunt is dat ouders samen beslissen of hun kind jonger dan 15 jaar al dan niet gevaccineerd wordt. Dit maakt immers deel uit van het ouderlijk gezag dat gezamenlijk wordt uitgeoefend, zelfs als ouders niet meer samenwonen.
Één van de ouders kan de vaccinatie van zijn kind uitdrukkelijk weigeren, ofwel online via de link en code die opgenomen is in de uitnodiging die het kind met de post (domicilie-adres) of via de E-box krijgt, ofwel door fysiek naar het vaccinatiecentrum te gaan om de weigering kenbaar te maken. De ouder moet dan uiteraard kunnen aantonen ouder te zijn van het kind van wie de vaccinatie geweigerd wordt (Kids-ID, attest van gezinssamenstelling).
In geval van uitdrukkelijke weigering door een ouder, kan er niet gevaccineerd worden wanneer de andere ouder zich toch met het kind in het vaccinatiecentrum aanmeldt.
Indien ouders het niet eens geraken over de vaccinatie van hun kind, kunnen zij naar de Familierechtbank stappen om deze hierover uitspraak te laten doen. Deze zal dan oordelen of een vaccinatie al dan niet in het belang van het kind is.